242 16 OKTOBER 1957 Spreekster wijst er op, dat Nederland op de verkeerde weg zal zijn, indien men evenals in de omliggende landen de gehuwde vrouw een toelage gaat geven, voor het in haar gezin blijven. Zij denkt aan de toelage „Moeder bij de Haard". Wethouder ROMSOM zegt, dat de gemeente Breda inderdaad ge huwde werksters in dienst heeft, doch dit voor de gehuwde vrouw ge- eigende arbeid is. De niet-gehuwde vrouwen werken liever elders en hebben in het algemeen geen interesse voor huiselijke arbeid. De heer Rattink heeft, zo zegt spreker, uitspraken van pater Beaufort en uit het rapport van het Centrum voor Staatkundige Vorming aangehaald. Spreker zou uitspraken van andere instanties aan kunnen halen. De heer Toxopeus heeft medegedeeld, dat zijn betoog niet op principes steunde. Voor burgemeester en wethouders is dit echter een principieel voorstel. De heer RATTINK wenst nog een opmerking te maken. In eerste instantie heeft men betoogd, dat de aanvoer op de arbeidsmarkt bepalend was. De heer Bastiaansen heeft daarop in eerste instantie gezegd, dat deze kwestie een principiële kwestie was. Echter in tweede instantie zegt genoemde spreker, dat de Bredase industrie de gehuwde vrouw in dienst neemt, omdat er geen voldoende arbeidskrachten zijn. De VOORZITTER staakt de discussie en deelt mede, dat door 3 leden van de raad het volgende amendement is ingediend. Amendement. „Ondergetekenden, leden van de raad stellen voor in het algemeen ambtenarenreglement te laten vervallen: a. artikel 10, 3e lid b. artikel 125". Spreker brengt dit amendement in stemming. Na gehouden stemming blijkt, dat dit amendement is ver worpen met 10 stemmen vóór en 24 stemmen tegen. Vóór stemden: Mevrouw Slot en de heren Jongbloed, Vermeulen, Brinkerhof, Rattink, Kamphuijs, Mendes, Toxopeus, Spanjer en Bliek. Tegen stemden: de dames Van Mierlo, Koppelaar, t' Sas en de heren Stubenrouch, Lauwerijssen, Loomans, Van Bijnen, Van de Noort, Nieuw- laat, Van den Eeden, Kramers, Van Gisbergen, Wezenbeek, Minderhoud, Bastiaansen, Van Boxtel, Romsom, Cosijn, Kroon, Meijs, Verhaak, Huls kramer, Verschuren en Kools. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, waarbij dezelfde stemverhouding wordt aangehouden. 34. Ontslag A. van Rozendaal, Ieraar G.T.S. 35. Benoeming enige leraren in vaste dienst G.T.S. en G.S.S. 36. Herbenoeming enige leraren in tijdelijke dienst G.T.S. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 242