13 NOVEMBER 1957
253
4a t/m j.
De heer BRINKERHOF zegt ten aanzien van het verslag van de R.K.
Reclasseringsvereniging over 1956: „Een brutaal mens heeft de halve
wereld en een bescheiden mens heeft niets". Meer wenst hij hieraan niet
toe te voegen.
Vervolgens worden de hier genoemde stukken voor kennis
geving aangenomen.
Goedgekeurde besluiten.
Datum raadsbesluit: agendano.:
Datum besluit gedeputeerde staten:
14
november 1956
22c
9 oktober
1957,
G.
nr.
62965
13
maart 1957
25
9 oktober
1957,
G.
nr.
71456
13
maart 1957
18k
9 oktober
1957,
G.
nr.
70632
17
april 1957
20a
2 oktober
1957,
G.
nr.
76412
17
juli 1957
25b
9 oktober
1957,
G.
nr.
83755
17
juli 1957
25e
11
september
1957,
G.
nr.
83633
17
juli 1957
29
4
september
1957,
G.
nr.
83756
13
augustus 1957
13a
18
september
1957,
G.
nr.
83905
11
september 1957
18
2 oktober
1957,
G.
nr.
88405
11
september 1957
15q
2 oktober
1957,
G.
nr.
88303
11
september 1957
15f
2 oktober
1957,
G.
nr.
83305
11
september 1957
15c
2 oktober
1957,
G.
nr.
88307
11
september 1957
15e
2 oktober
1957,
G.
nr.
88323
11
september 1957
16
2 oktober
1957,
G.
nr.
88304
11
september 1957
15d
2 oktober
1957,
G.
nr.
88302
11
september 1957
15a
2 oktober
1957,
G.
nr.
89166
11
september 1957
14b
2 oktober
1957,
G.
nr.
88306
Verdaagde besluiten
Datum raadsbesluit: agendano.:
17 juli 1957 37
Niet goedgekeurde besluiten
Datum raadsbesluit: agendano.:
15 mei 1957 15f
15 mei 1957 15c
Datum besluit gedeputeerde staten:
G. nr. 83757
Datum besluit gedeputeerde staten:
G. nr. 78525
G. nr. 78523
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag. De heer MOL merkt op, dat in de gemeenteraad van Haarlem
de katholieke fractieleider als zijn mening te kennen heeft gegeven, dat
de raadsleden in de commissies uitsluitend tot taak hebben burgemeester
en wethouders van advies te dienen en dat zij zich ter commissie verga
dering niet mochten vastleggen op hun definitieve beslissing bij de open
bare behandeling van een aanhangig voorstel in de raadsvergadering.
Spreker zou gaarne vernemen wat t.d.a. de meest juiste opvatting is.
Antwoord. Aangezien te Breda anders dan blijkbaar te Haarlem
de afdelingen van de raad adviescolleges voor de raad zijn, lijkt het
ons aan de raad te beoordelen in hoeverre het lid van een afdeling zich
in een afdelingsvergadering mag vastleggen op zijn definitieve beslissing
bij de openbare behandeling van een aanhangig voorstel.
Naar het ons wil voorkomen, zal het aan een juiste voorlichting van
de raad door de afdelingen ten goede komen, als de leden ener afdeling,
die aan het tot stand komen van het (meerderheids) advies hebben mee
gewerkt, daarvan in de raad niet afwijken dan om zwaarwichtige redenen.