258
13 NOVEMBER 1957
morgen tegelijk met de begroting zijn bezorgd en het dus wel kan dat
de stukken vrijdagavond nog niet klaar waren.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
18. Benoeming leraren.
Dit voorstel wordt aangenomen.
19. Verdeling toneelsubsidie.
De VOORZITTER deelt mede, dat de subsidiecommissie met het
schrijven van burgemeester en wethouders akkoord gaat.
De heer MENDES zegt het volgende:
Ik neem aan, mijnheer de voorzitter, dat de vertrouwelijkheid van het
ter inzage gelegde rapport van de toneeladviescommissie alleen betrek
king heeft op de namen der uitkoopverenigingen en de voor iedere ver
eniging afzonderlijk bekend gemaakte cijfers en dus over de algemene
kanten van de verdeling van het toneelsubsidie wel gesproken kan
worden.
Als U ons in overweging geeft het rapport voor kennisgeving aan te
nemen, onder dankzegging aan de toneeladviescommissie voor haar werk
zaamheden en adviezen, dan sluit ik mij gaarne bij de dankzegging aan.
De commissie heeft inderdaad voortreffelijk werk verricht, waarvoor ik
alle waardering heb.
De mededeling in Uw schrijven over de adviezen met betrekking tot
het beleid ten opzichte van de uitkoopverenigingen, doen bij mij echter
de vraag rijzen, of er in deze zaak wel gesproken kan worden van een
beleid van Uw college. Tot dusverre heeft Uw college namelijk nog niets
anders gedaan, dan de adviezen van de commissie voor kennisgeving
aan te nemen en overeenkomstig deze adviezen het subsidie te verlenen.
Toen de commissie het vorige jaar de gedachte naar voren bracht het
subsidie voortaan op een andere wijze dan door integrale vergoeding
van de verenigingstekorten vast te stellen, heeft Uw college daar niet op
gereageerd. Nu de commissie dit jaar wederom voorstelt de verenigings
tekorten vrijwel geheel te vergoeden, reageert Uw college opnieuw niet.
Het is toch wel een heel gemakkelijke weg, die Uw college bewandelt,
door uitsluitend, zonder nadere motivering, de adviezen van de com
missie op te volgen.
De thans opnieuw toegepaste wijze van subsidiëring door integrale
vergoeding van de verenigingstekorten acht ik, mijnheer de voorzitter,
in hoge mate onbevredigend. Het gevolg van deze methode is, een
verregaande bemoeienis van de commissie met de interne aangelegen
heden en cijfers van de verenigingen.
Persoonlijk ben ik dan ook voorstander van een andere wijze van
subsidiëring, nl. per voorstelling en op basis van de uitkoopsommen. In
dat geval behoeven wij ons dan niet het hoofd er over te breken, waarom
b.v. een uitkoopvereniging ruim 4.000,uitgeeft voor propaganda en
diverse kleine kosten en andere verenigingen slechts 400,
In woord noch geschrift hebben wij ooit de mening van Uw college
over deze kwestie vernomen. Misschien is Uw college thans in staat
hierover iets mede te delen.
Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat hij gaarne de dank zal
overbrengen aan de commissie. Reeds bij verschillende gelegenheden
heeft hij het geluid vernomen, dat de verdelingsmethodiek, waarbij bur
gemeester en wethouders zich geheel aansluiten aan de adviezen van de