13 NOVEMBER 1957
261
bekennen, dat een dergelijk opportunisme t.a.v. een voor de grootst moge
lijke meerderheid van Uw college althans tot dusver zo belangrijk prin
cipieel punt mij bijna met stomheid heeft geslagen. Uw college te mogen
begroeten in een voorstel als het onderhavige als voorstander van directe
exploitatie door de gemeente, niemand van deze raad zou tot op heden
dit zelfs in zijn stoutste dromen hebben durven denken.
Bij mijn weten is zulks ook voor geen enkele andere tak van sport in
Breda tot dusver het geval. Steeds is mede door Uw college er naarstig-
lijk naar gestreefd tussen de gemeente als eigenaresse en verschafster
van de middelen, meer of minder kunstmatig al naar gelang de om
standigheden waren toch altijd nog wel een stichting of andere in
stantie te creëren, welke belast kon worden met de exploitatie van het
object, zodat daardoor tot dusver, meer of minder geslaagd, afhankelijk
van hoe men over deze soms kunstmatige constructies persoonlijk denkt,
het principe van de subsidiariteit formeel ongerept werd gehandhaafd.
Wij leven, gelukkig voor Uw college, mijnheer de voorzitter, niet in
Rusland, zodat deze principiële reuzezwaai van Uw college daarom nog
geen directe nadelige gevolgen behoeft te hebben voor de gezondheid
van de grootst mogelijke meerderheid van Uw college. Maar U kunt
zich waarschijnlijk indenken, dat zij die kennis nemen van Uw huidige
opvattingen nadat zij over hun eerste verbazing in de zin van „hoe
bestaat het" heen zijn geneigd zijn, indachtig het bekende verhaal
over die vos en die kippen te zeggen: „nou even oppassen, eerst even
kijken wat er nu niet in het preadvies staat, want dat is onder deze
omstandigheden waarschijnlijk wel het belangrijkste".
Ik heb toen Uw preadvies nogmaals ter hand genomen, mijnheer de
voorzitter, en getracht zo goed en zo kwaad als dat mogelijk was te
lezen wat er niet stond.
Uiteraard weet men dan niet of men altijd wel goed leest of dat men
soms niet iets overslaat, maar Uw college is dan meestal wel zo vrien
delijk te corrigeren, eventueel aan te vullen, daar, waar het z.i. fout gaat.
Niet in Uw preadvies staat b.v„ mijnheer de voorzitter, welke die
diverse gegevens zijn waaruit zoals U stelt mag worden afgeleid
dat de heer Van Oosterum in het tennispark in totaal een bedrag heeft
geïnvesteerd rond 180.000,Het zou prettig zijn dit wel te weten.
Niet in Uw preadvies staat, mijnheer de voorzitter, dat de door U
daarin vermelde „dezerzijdse schatting" een schatting dus van de zijde
van het ambtelijk apparaat naar ik aanneem, voor heel veel posten pre
cies tot op de gulden uitkomt op hetzelfde bedrag als door de heer Van
Oosterum aan Uw college genoemd. Ik neem aan dat deze „dezerzijdse"
schatting toch wel zal hebben plaats gehad zonder voorkennis en dus
zonder beïnvloeding door de „anderzijdse" cijfers.
Niet in Uw preadvies vermeld is, hoe die nog bij te voegen waarde
van de inventaris van het clubhuis ter waarde van 10.000,- is samen
gesteld. Weet Uw college in welke staat deze inventaris verkeert en
wat daartoe behoort?
Niet in Uw preadvies staat, dat wanneer U minder dan 45.000,-
zou moeten investeren, zoals thans volgens Uw preadvies het geval is,
U dan de heer Van Oosterum een dienovereenkomstig hoger bedrag
zoudt hebben betaald. M.a.w. dat U zich voor de totale kosten baseert
op de 180.000,door de heer Van Oosterum genoemd.
Niet in Uw preadvies is vermeld, dat U inzage heeft gehad in de
boeken van de heer Van Oosterum, nóch dat een door een erkende ac
countant gewaarmerkte balans en verlies- en winstrekening in Uw bezit
zijn of alsnog zullen komen. Of vindt Uw college iets dergelijks voor een
zakelijke transactie als de onderhavige en tot een dergelijke omvang niet
noodzakelijk?