13 NOVEMBER 1957 269 Spreker heeft in eerste instantie gewezen op de overeenkomst tussen de bedragen door de pachter gevraagd en die, vermeld in het advies. Is hier van beïnvloeding sprake? Het is toch wel opvallend, dat deze bedragen op 1,af gelijk zijn. Spreker heeft ook de inventarislijst bekeken. Een bedrag ad 10.000,- is toch wel aan de erg hoge kant. Hij vraagt zich af, hoeveel het een en ander op een veiling zou opbrengen. In welke toestand verkeert deze inventaris? De winkel op het sportpark is voor 4.000,in de overdrachtsprijs begrepen. Deze winkel is niet te exploiteren. Hij is een jaar verhuurd geweest aan een Bredase finna, doch deze kon er geen winst in maken. Denkt de gemeente iemand te kunnen vinden, die zulks wel kan? Degene, die deze winkel heeft doen bouwen, heeft een beleidsfout gemaakt. Toch neemt de gemeente de winkel over voor 4.000,Dit is geen zakelijk beleid meer te noemen. Wat de taxatie van het paviljoen betreft, zou spreker zich gaame laten voorlichten door een beëdigd taxateur. Dit kost slechts weinig en men weet dan, dat men niet te veel of te weinig betaalt. Op het terrein staat een bungalow. Spreker meent, doch hij hoopt, dat hij zich vergist, dat de grond, waarop deze gebouwd is niet aan de erfpachter is overgedragen. Deze bungalow is voorzien van gas, licht en water en heeft een vuilwaterafvoer. Burgemeester en wethouders bewe ren, dat een bedrag ad 2,10 per m2 redelijk is, doch spreker vindt dit bedrag te laag. Mocht de erfpachter aldaar een bungalow bouwen? Was hier geen strijd met het uitbreidingsplan? Wethouder Stubenrouch maakt onderscheid tussen reële en liquidatie- waarde. Hierover zou spreker gaarne enige toelichting hebben, immers dat hier van een behoorlijke goodwill sprake is gelooft spreker niet. Dat hier sprake is van particulier initiatief, dat moet worden toege juicht en dat het nog veel meer zou kosten als de gemeente de banen zelf moest aanleggen, zijn drogredenen. Zakelijk gezien zegt dit weinig. Spreker vraagt zich af of deze investeringen nuttig zijn en vindt slechts een ontkennend antwoord. Of de 45.000,die voor het opknappen nodig zijn, hetgeen spreker niet ontkent, nu ineens moeten worden uit gegeven of via de terreinknecht in b.v. 10 jaren, is om 't even. In het voorstel van burgemeester en wethouders staat dat 45.000,nodig is voor het opknappen en nu zegt de wethouder dat dit bedrag via het loon aan de terreinknecht zal worden gespendeerd. Zulke redeneringen zijn eigenlijk beneden het peil van de discussies die men in deze raad gewend is. Dat dit voorstel veel zakelijker is bekeken, dan normaal gebeurt, zoals de wethouder zegt, wil er bij spreker niet in. Er hapert nog al wat aan die zakelijkheid. Hij zou gaarne nog weten, wat het betekent als de raad dit voorstel niet aanvaardt. Betekent dit het einde van de tennismogelijkheden of betekent dit niets? Spreker heeft alle waardering voor het erfpachts contract. Dit contract houdt voldoende middelen in om te bereiken, dat de exploitatie goed verloopt. Lukt de exploitatie deze erfpachter niet, dan komt er wel een ander; speelt deze het ook niet klaar dan kan de gemeente het proberen. Het contract biedt daarvoor de mogelijkheid. Het door wethouder Jongbloed naar voren gebrachte argument om de noordelijke toegang maar dicht te laten i.v.m. het feit, dat er nog een man voor controle nodig is, is niet juist. Zulke controle is niet steeds nodig. Hoogstens een keer bij belangrijke wedstrijden. De huidige exploitant van het park vindt het minder gewenst, dat aldaar een toegang komt en hieraan willen burgemeester en wethouders tegemoet komen. Spreker vindt juist de noordelijke toegangsweg de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 269