272 13 NOVEMBER 1957 door de gemeente. De exploitatie van dit park zal op dezelfde wijze als die van andere sportcomplexen kunnen geschieden. Indien de gemeente niet mede gezorgd had voor de verlichting en het terrein niet had geëgaliseerd, was het park niet in exploitatie gekomen. Spreker is bereid om verschillende vragen die de heer Vermeulen in eerste instantie heeft gesteld, doch waarop hij nog geen antwoord heeft gekregen, alsnog te beantwoorden. Indien de gemeente niet koopt, dan zal een ander vermoedelijk wel een lagere prijs betalen voor de overname. Dat er nu hier een taak ligt voor de gemeente is geen gevolg van de mening „sport gaat boven alles", maar wel van de opvatting, dat ook op sportgebied de gemeente een belangrijke taak heeft. Spreker heeft jaren lang gehoord, dat de gemeente meer moest doen voor de sport. De raad is het, naar spreker meent, toch wel met hem eens in de opvatting, dat hier nog wel het een en ander moet worden gedaan. Er is geen schijn van bewijs, dat deze kwestie door burgemeester en wethouders zakelijk is bezien, heeft de heer Vermeulen gezegd; dit is niet juist. Burgemeester en wethouders hebben van begin af het project zakelijk bekeken. De exploitant is bij burgemeester en wethouders ge weest om te vragen, of de gemeente bereid was tot overname. Burge meester en wethouders hebben over de prijs het advies gevraagd van deskundigen. Dat de ene deskundige zijn advies mondeling of schriftelijk heeft uitgebracht, behoeft geen bezwaar te zijn om het te aanvaarden. Zulks geschiedt wel meer. Deze deskundige was de mening toegedaan, dat de gemeente hier geen gekke daad zou stellen. De heer Vermeulen heeft voorts gesproken over de waarde van het preadvies. Niemand zal hem tegenspreken indien hij zegt, dat de waarde van een voorstel niet zit in de lengte of de kortheid ervan. Burgemeester en wethouders hebben er echter maanden over gedacht of de vraagprijs juist was en hebben alles gedaan om de zaak voor de raad rond te krijgen. Dat de prijzen door de exploitant genoemd en die, vermeld in het advies, gelijk zijn, is toevallig. Spreker moet de heer Vermeulen ge lijk geven, als hij zegt, dat de inventaris op een veiling geen 10.000, zou opbrengen. Stuk voor stuk verkocht zal de inventaris niet zoveel opleveren, doch als geheel en in het paviljoen thuishorend vertegen woordigt zij een aanzienlijker bedrag. De heer Vermeulen heeft ook nog gesproken over de leegstaande winkel en over de taxatie van het pavil joen. Men moet echter het park als geheel beschouwen. Dan is de over nameprijs redelijk. Uiteraard zou het de gemeente veel meer kosten als zij dit park thans aan zou leggen. Uiteindelijk gaat het hier om de vraag: liquidatiewaarde of concernwaarde. Burgemeester en wethouders zijn hier werkelijk niet over één nacht ijs gegaan. Ten aanzien van de opmerking van de heer Vermeulen en andere heren, dat het park niet exploitabel zou zijn kan spreker stellen, dat een sluitende exploitatie mogelijk lijkt, al zal er dan ook geen winst worden gemaakt. Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Boxtel wil hij hem er opmerkzaam op maken, dat de raad zich niet moet afvragen of gedeputeerde staten wel zullen goedkeuren. Het is een recht van de raad, geen voorrecht, om de huishouding van de gemeente te besturen zoals hij dit wenst. Spreker gelooft, dat de heer Van Boxtel het hierin wel met hem eens zal zijn. De heer Bliek heeft gezegd, dat hij gehoord de discussie, het bedrag ad 135.000,te veel vindt. Desondanks kan spreker uit de discussies wel distilleren, dat er elementen van overeenstemming zijn. Spreker stelt deze gedachten aan het slot van zijn betoog: 1. Is de raad in principe bereid om tot overname te besluiten of niet? 2. Indien tot overname besloten wordt, hoe zal dan de exploitatie zijn?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 272