11 DECEMBER 1957
289
a. J. W. van der Hilst inzake een aanschrijving inzake verbetering
van de woning Ginnekenweg 235;
b. R. J. de Wijs, alsvoren betr. Haagsemarkt 15;
c. F. de Lange, alsvoren betr. Korte Boschstraat 7 en 9.
Overeenkomstig genoemd voorstel en de preadviezen wordt
besloten.
6. Bouwvoorschot 718 woningwetwoningen annex 180 garages.
De VOORZITTER verzoekt, bij afwezigheid van wethouder Jongbloed,
burgemeester en wethouders te machtigen de aanvrage zoveel lager dan
718 woningen te stellen als, gelet op het contingent woningwetwoningen
voor 1958, eventueel noodzakelijk zal zijn. Op het moment van de opstel
ling van het voorstel werd gemeend, dat het gedachte aantal woningen
zonder meer zou kunnen worden gebouwd. Uit onderhandelingen met de
instanties in 's Gravenhage en 's Hertogenbosch is gebleken, dat ver
moedelijk niet het gehele contingent gehaald zal worden. Spreker vraagt
daarom machtiging om naar bevind van zaken te handelen als vaststaat
wat redelijkerwijs is te bereiken. Een en ander betekent niet, dat deze
woningen niet alle gebouwd zullen worden, maar misschien zal in per
celen gebouwd moeten worden.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
7. Bouwvoorschot 129 woningwetwoningen en 16 garages.
De VOORZITTER kan tot zijn genoegen mededelen, dat deze wonin
gen nog ten laste van het bouwvolume 1957 komen. De financierings
middelen zijn door „den Haag" beschikbaar gesteld.
Het voorstel wordt ingetrokken.
8. Grond- en bouwvoorschotten 25 woningwetwoningen aan de Alg.
Woningbouwvereniging voor Breda e.o.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
9. Raming kosten bedrijfszelfbescherming.
De heer RATTINK zou gaarne een toelichting hebben inzake het ver
schil in de bedragen, welke voor de diverse takken van dienst zijn be
steed.
De heer MINDERHOUD zegt het volgende:
Allereerst wilde ik vragen voor wie die vergoedingen en gratificaties
zijn bestemd. U noemt het cursisten. Het zijn echter vermoedelijk allen
ambtenaren en werklieden der gemeente, die noodwachtersdiensten en
andere moeten verrichten, indien dit nodig mocht zijn en die nu daarvoor
moeten worden opgeleid. Ik neem aan, dat die opleiding buiten de nor
male kantoor- en werkuren valt. Dan moet ieder cursist dus op basis
van uurloon worden betaald voor werk, dat hij vrijwillig ten dienste
van de gemeenschap gaat verrichten.
Hoe dit uurloon voor een ambtenaar wordt berekend weet ik niet, doch
het zal vrij hoog zijn. Voor de werkman is het bekend. Ik vraag me
echter af of alle werkzaamheden, die we verrichten, ook moeten worden