I
11 DECEMBER 1957 29 3
paalde stukken hebben afgesloten, deze stukken dan ook behandeld
moeten worden. De zorg voor de minder-validen is vorig, jaar reeds bij
de begrotingsbehandeling aan de orde gesteld, en daar is in de loop van
het jaar herhaaldelijk op teruggekomen.
De heer VAN BOXTEL bevestigt de argumentering in de afdeling,
zoals deze door de heer Vermeulen is weergegeven. Nadien waren juist
de zakelijke overwegingen voor spreker voldoende om hem overstag te
doen gaan. Hij heeft dan ook geen bezwaren tegen behandeling der
stukken in deze vergadering. Spreker heeft er wel bezwaar .tegen als
men de indruk heeft, dat de afdeling voor de subsidies de vaart, uit de
behandeling der stukken heeft willen halen. Het ging om de behandeling
van een belangrijke zaak vóór dat de memorie van antwoord is versche
nen. Het argument van de traditie spreekt de heer Van Boxtel wel aan.
De formele bezwaren zijn niet doorslaggevend. Met betrekking tot de
subsidiëring van het Zuidelijk Toneel bestaat nu het zakelijke bezwaar,
dat provinciale staten straks niet volledig op de hoogte zijn van het
oordeel der 5 grote gemeenten. Spreker is mede daarom dit in af
wijking van zijn standpunt in de afdeling - niet tegen behandeling der
stukken in deze vergadering.
De heer VAN BIJNEN behoorde tot degenen in de afdeling voor de
subsidies, die tegenstanders van behandeling in deze raadsvergadering
waren. Hij vroeg zich reeds voor de bewuste afdelingsvergadering af:
waarom gaat men dit nu vóór de begrotingsbehandeling aan de orde
stellen? Is hier niet sprake van te weinig respect voor de raad?
Spreker meent zich evenwel, met terzijdestelling van de opgeworpen
bezwaren, niet meer tegen behandeling te moeten verzetten.
De heer TOXOPEUS vindt dat hier een moeilijke zaak aan de orde is.
Er is geen advies van de betrokken raadsafdeling en de raad zou toch
moeten besluiten. Als dit gebeurt, kan deze adviserende instantie wel
worden opgeheven. Naar sprekers opvatting mocht de afdeling tot uitstel
van behandeling adviseren, maar ze had tevens een materieel advies
uit moeten brengen. Spreker gelooft wel, dat de bezwaren van de afde
ling juist zijn; zouden deze voorstellen b.v. in de maand mei zijn ge
komen dan had men zich zeker niet van een materieel advies onthouden.
Maar het is toch wel onplezierig deze zaken zo kort voor de begroting
eens gauw af te doen.
In het algemeen malen de ambtelijke molens langzaam en daarom
durft spreker zeggen: wat is een maand uitstel op de eeuwigheid.
Het grootste bezwaar voor het moment is wel, dat deze zaken niet
zonder advies der afdeling behandeld kunnen worden. De stukken zullen
dan ook naar de afdeling terug verwezen moeten worden.
De VOORZITTER zegt: wij moeten elkaar niet misverstaan. Het
hoofdbezwaar is:, de afdeling had een advies uit moeten brengen, ten
minste strekkende tot het niet in behandeling nemen der stukken. Daar
naast was een materieel advies nodig geweest. Daarom verzocht spreker
namens het college van burgemeester en wethouders een uitspraak van
de raad. Daardoor is te voorkomen, dat een dergelijk incident zich in de
toekomst herhaalt. Hoe het advies moet luiden is een taak van de af
deling; geen advies uitbrengen gaat te ver. Of de raad de stukken wenst
te behandelen is een vraag, die men aan de raad moet over laten. Hier
door is de dwangpositie geschapen, waarop de heer Toxopeus heeft
gedoeld. Spreker wil nu eerst het oordeel van de raad over deze princi
piële kwestie afwachten. De heer Vermeulen heeft gesteld, dat dit jaar