300
11 DECEMBER 1957
28. Subsidie ten behoeve van de exploitatie van het gebouw „Ons
Jongelingschap".
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
29. Veldeling subsidies aan jeugdorganisaties in 1957.
De heer NIEUWLAAT memoreert, dat het subsidieverzoek van de
diocesane K.A.J, en V.K.A.J. in de aprilvergadering werd gekoppeld aan
het subsidieverzoek van de Katholieke Jeugdraad. Spreker heeft dit
destijds geen gelukkige oplossing gevonden; het leek min of meer op
een diskwalificatie ten opzichte van de jeugdraad als zou de diocesane
jeugdzorg niet van hoger orde zijn dan de stedelijke jeugdraad. Het
betrof de overname van leiders voor de jeugdzorg in de bedrijven.
In andere gemeenten als Tilburg, Oss en Nijmegen werden dergelijke
subsidieverzoeken rechtstreeks behandeld. Gedane zaken nemen geen
keer en de onbillijkheid is blijkbaar door burgemeester en wethouders
al wel gezien. Na veel wikken en wegen is l500,subsidie toegekend
voor de vrijgestelde leiders van de K.A.J. Rekening houdend met rijks-
en provinciale subsidies komt deze zaak voor 1957 wel rond. Maar voor
1958 ligt de zaak anders. Het rijkssubsidie is ingetrokken en vermoedelijk
zal ook de provincie niet subsidiëren. Daardoor raakt de diocesane
K.A.J. in een impasse. Spreker vraagt daarom voor dit punt nog eens
de bijzondere aandacht van burgemeester en wethouders.
Met betrekking tot het algemene aspect van dit voorstel stelt spreker,
dat door het terugbrengen van het geraamde krediet van 46.000,
tot 14.800,in feite niets van de beraamde plannen terecht is geko
men. Aldus is niet het verwachte subsidie voor de vrijgestelde leiders
ontvangen, evenmin als subsidie voor de opleiding der leiders. Men zal
dan ook in 1958 zeer attent op deze zaak moeten zijn.
Met betrekking tot de toepassing van de verdeling der subsidies zal
spreker gaame vernemen, welke normen zijn gehanteerd, b.v. op basis
van het ledental.
Wethouder STUBENROUCH beaamt, dat de gedane zaken geen keer
nemen. De raad besloot destijds de subsidiëring van het jeugdwerk in
algemene zin in één post onder te brengen. De diocesane K.A.J. en
V.K.A.J. werden hier ingepast. Subsidiëring in de kosten der vrijgestelde
leiders werd toen en ook nu juist geacht. Door wijziging in de traditionele
methode wordt dit werk nu door de K.A.J. zelf verzorgd. Hoe de op
vatting is met betrekking tot het totale subsidiebeleid voor de jeugdzorg
weet spreker niet. Iedere gemeente heeft haar eigen beleid en het is in
deze gemeente al lastig genoeg om normstellingen te vinden. Spreker
vindt het niet onbillijk de subsidiëring der vrijgestelde leiders binnen
het kader van het totale subsidiebedrag voor de jeugd te trekken.
Als de heer Nieuwlaat stelt, dat voor 1958 de zaak opnieuw moet
worden bezien, kan spreker daar alleen maar op antwoorden, dat hij
niet kan vooruitlopen op de behandeling der jeugdsubsidies voor dat
jaar. We moeten niet alleen attent zijn, maar op iedere wijze de toezicht
houdende organen bewegen aan dit punt de belangstelling te geven,
die het behoeft, mede door sanctionering van de grote bedragen, die
nodig zijn. Over de verdeelsleutel van het voor 1957 tenslotte toegestane
subsidie is contact opgenomen met de Katholieke Jeugdraad, de Prot.
Christelijke jeugdcentrale, de A.J.C. en het Padvindersgilde. Men moest
concluderen, dat van grote daden niets kan komen; daarom werd ge
werkt met een percentage op het subsidie van vorig jaar, omdat anders
discriminatie zou kunnen ontstaan. Intussen zal het college attent zijn op
het stuk van dit subsidie.
