11 DECEMBER 1957 305 cht De heer MINDERHOUD wil zich, gezien het gevorderde uur, beper- len ken. Hij stemt volledig in met het betoog van de heer Van Bijnen. djn tot Wethouder ROMSOM constateert, dat de grootst mogelijke meerder heid van de raad met de voorgestelde salarisverhogingen akkoord gaat. /an Ook burgemeester en wethouders betreuren het in hoge mate, dat voor ing lagere en middelbare ambtenaren niet is bereikt, maar de regering heeft en. dwingende voorschriften gegeven. In het rijksoverleg is het niet tot overeenstemming met de organisaties gekomen en is men zonder beslis sing uit elkaar gegaan. Spreker verwijst naar de in de 2de Kamer aan- zan vaarde motie van de heer Weijters. Hopelijk zal het landelijk overleg :er- worden heropend; de resultaten daarvan zullen moeten worden afge- ren wacht. Men zou wel kunnen doen wat in sommige andere gemeenten is gebeurd, maar goedkeuring is daar niet op te verwachten. Dan worden ens echter illusies gewekt, die niet te verwezenlijken zijn. tel- Men kan zeggen: als de lagere en middelbare ambtenaren geen ver- len hoging krijgen, dan ook de topfunctionarissen niet. Het lijkt echter beter en. dit niet zo te stellen, dan kunnen de lagere ambtenaren zich aan de lel- hogere optrekken. De heer Rattink kan inderdaad de gevraagde percen- ard tages vernemen; tot sprekers spijt zijn deze niet verstrekt. Het overzicht daarvan ligt gaarne ter inzage. ver »ijn De heer RATTINK moet constateren, dat de regering ons dwingt, eer Hij wil thans de gang van zaken bij het rijksoverleg afwachten. Spreker ver is er van overtuigd, dat burgemeester en wethouders, als daarvoor een mogelijkheid is, iets zullen doen voor de vergeten groepen. Hij herinnert eze aan de datum van ingang der 6°/o salarisverhoging in 1956. Spreker hoopt gd. dan ook als er iets bereikt wordt, dat daaraan de nodige terugwerkende kracht gegeven wordt, ten minste tot de datum, waarop deze zaken in het georganiseerd overleg werden behandeld. ng, en- De heer KAMPHUIJS verwacht niet, dat er veel van „optrekken" zal Jus komen. Tot dusverre zijn daar niet veel sprekende voorbeelden van. in Spreker is er wel van overtuigd, dat de wethouder in deze zijn best zal doen, maar als er nu al geen mogelijkheden zijn, zullen de kleintjes wel het in de verdrukking komen. Moeten we nu altijd precies doen wat de regering wil; op ander terrein zijn we het toch ook wel eens oneens een met de regering. en, Spreker behoort tot de minderheid in de fractie, die het met het be- preadvies niet eens is. 0k_ Wethouder ROMSOM adviseert om deze zaak reëel te zien; men moet t er voor waken geen demagogie te plegen. Als een voorstel voor de on_ middengroepen niet realiseerbaar is, dan moet men dit niet doen; men moet geen verwachtingen wekken, die niet te vervullen zijn. Als het college iets kan doen, doet het dit ook. nk Spreker verwijst naar het voorbeeld van de gemeente Voorburg; van het daar opgevatte plan is niets terecht gekomen, door gebrek aan mede werking van het departement. net uw Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. eer De heer Kamphuijs wenst aantekening te hebben tegen- &e~ gestemd. liet en' 49. Benoeming van leden van de commissie tot wering van school- are verzuim. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 305