11 DECEMBER 1957 307
ke
;e-
De heer VERMEULEN zegt, dat in het stuk staat, dat het hier om
woningwetfinanciering gaat.
De heer VAN BOXTEL gaat hiermede akkoord.
>ta
j.l.
de
ijn
ste
id
re-
ns
en
dt
en
;n,
De heer VERMEULEN is, mede uit hoofde van een andere functie,
met het plan op de hoogte. Hij is het college erkentelijk voor het voorstel
en om de activiteit van burgemeester en wethouders met betrekking tot
de huisvesting der bejaarden in het algemeen. Misschien komt spreker
hierop bij de begrotingsbehandeling nog wel terug. De onderhavige in
richting is voor iedereen bedoeld. Ze staat niet op confessioneel stand
punt en biedt huisvesting aan alle gezindten. Als het enigszins mogelijk
is, zal ook in de geestelijke aspecten van de verzorging worden voorzien.
Het tehuis is niet bedoeld voor de beter-gesitueerden. Veel hangt af
van de bouwkosten; spreker stelt zeer nadrukkelijk, dat de kostprijs zo
laag mogelijk wordt gehouden. Het gaat er om voor de minder draag-
krachtigen een goede oudedagsvoorziening te verkrijgen.
de
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
52. Voorstel inzake Wolfslaer.
Wethouder STUBENROUCH herinnert aan hetgeen met betrekking
tot dit voorbereidingskrediet in de informele raadsvergadering is gezegd.
d-
n,
De heer VERMEULEN wil duidelijk stellen, dat het hier om een
voorbereidend krediet gaat, en dat het hier nog niet om een besluit
ten aanzien van de gehele bestemming van het plan gaat.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
e-
;r-
53. Aanleg voetbalveld aan de Valkenierslaan.
et
54. Aanleg sportvelden aan de Lage Kantstraat.
k;
de
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat de voorliggende plannen zijn
gegrond op de onmogelijkheid deze op normale wijze uit te voeren.
Mogelijk kunnen met gebruik maken van D.A.C.W. en G.S.W.R. voorbe
reidende werkzaamheden worden verricht.
1U
ge
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat de situatie op de arbeids
markt het urgent maakt, dat plannen van deze aard ter tafel worden
gebracht, zodat deze op het juiste moment kunnen worden uitgevoerd.
or
e-
g-
Lt-
ie
de
311
Wethouder ROMSOM geeft nog enige recente cijfers inzake de werk
loosheid, welke cijfers hem als voorzitter van de commissie van advies
van het arbeidsbureau ter beschikking staan:
1955 1956 1957
aantal werklozen te Breda: 364 269 568
voor het gewest 832 419 1283
verdeeld naar categorieën:
seizoenwerklozen 135
wrijvingswerklozen 175
minder geschikten 108
structuurwerklozen 150
ts
568
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.