-2- Spreker betreurt de ontvangen brief van Ir. de Heer. Hij benadrukt, dat het zeker niet zo is, dat deze als stromanfiguur heeft gediend. De ervaring heeft geleerd, dat de raad ook wel eens no. 2 van de voordracht benoemt. Het College acht de beide kandidaten volledig bekwaam, doch geeft de voorkeur aan no. 1 van de voordracht. De heer Toxopeus zegt beide kandidaten gedurende 10 20 minuten te hebben gesproken. Het is moeilijk om uit zo'n gesprekje iemand te beoordelen. Over de rangschikking van de voordracht wil hij dan ook geen opmerking maken. In deze besloten vergadering kan hij echter wel zeggen, dat hij over geen van beide kandi daten verrukt is. Het zijn niet zo'n sterke figuren. Wel heeft spreker destijds de heer Lugthart bij zich gehad. Als persoon maakte deze sollicitant een stevige in druk. Deze man werkte bij het gas-, het water- en het elektriciteitsbedrijf te Rotterdam. Spreker vraagt waarom deze kandidaat is afgevallen. De Voorzitter zegt, dat de heer Lugthart een jaar geleden solliciteerde. Er is toen met zijn superieuren gesproken en het bleek, dat hij geen enkele voorop leiding had voor wat betreft kennis van gas en elektriciteit; deze kandidaat was alleen gespecialiseerd op het gebied van water. Betrokkene had een ondergeschikte functie in het watervoorzieningsbedrijf van de gemeente Rotterdam. Dit was wel een belangrijke functie, doch zijn opleiding was voor hoofd van een gemeentelijk gas-, water- en elektriciteitsbedrijf te begrensd. Dit was dan ook de hoofdreden dat hij moest afvallen. Inderdaad was de heer Lugthart wel flink, doch hij bezit naar de mening van Burgemeester en Wethouders niet de vereiste capaciteiten. Overi gens is volgens spreker iedere benoeming een risico. De heer Toxopeus wil niet in de plaats van Burgemeester en 'wethouders treden, doch hij vindt beide voorgedragenen wel wat aarzelend en zachtzinnig. De heer kinderhoud vraagt of ook het gezin van de heer De Heer is bezocht. De Voorzitter deelt mede, dat ook aan dit gezin een bezoek is gebracht en een keurige indruk heeft achtergelaten. Beide gezinnen zijn uitstekend. De heer Minderhoud zegt, dat volgens de voorzitter beide kanditaten goede krachten zijn, doch dat de carrière van de heer Van Kampen meer gericht is op het toekomstige werk. Volgens spreker is geen enkele hoofd van dienst protestant. De vroegere gemeente-ontvanger was protestant. Er is een nieuwe katholieke gemeente-ontvanger benoemd. Hij zou wel gaarne zien indien in onderhavige vacature een protestant zou worden benoemd. De heer Vermeulen dankt de voorzitter voor de uitvoerige toelichting. Ook hij heeft gesproken met beide voorgedragenen. Hij heeft zich afgevraagd of beide per sonen wel figuren zijn van voldoende zwaarte voor deze functie. Hij is er niet erg gerust op. Als persoon hebben geen van beide kandidaten veel indruk op hem gemaakt. De Voorzitter zegt, dat op de leeftijd die de twee kandidaten hebben niet die zelfstandigheid verlang kan worden die voor de functie gewenst is. Zou de markt ruim zijn, dan waren mogelijk sterkere figuren voorgedragen. In zekere zin zit er een element van een krediet-benoeming in. Dit is echter bij de heer Van Kampen minder het geval, dan bij de heer De Heer, omdat de heer Van Kampen mensen onder zich heeft gehad. De heer De Heer heeft geen soortgelijk werk gedaan en praktisch niet met personeel omgegaan. De heer De Heer maakt zeker als persoon een solide indruk; het is een typisch Utrechts gesloten figuur, rustig en bedacht zaam. Voorts deelt spreker mede, dat de tweede oproep betere resultaten heeft opge leverd dan de eerste. Met de benoeming kan niet langer worden gewacht. Het aanbod zal ook niet groter worden; er is nu eenmaal een tekort aan ingenieurs. Ten aanzien van de opmerking van de heer Minderhoud deelt spreker mede, dat de directeur van de gemeentelijke krediet- en voorschotbank ook tot de prot. christelijke volksgroep behoort.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 311