t Notulen van de besloten raadsvergadering op 16 oktober 1957. De voorzitter opent om 23.48 uur de vergadering en stelt aan de orde agendapunt 23 van de openbare raadsvergadering, de onderhandse verkoop van 3 iepebomen. Wethouder Jongbloed deelt mede, dat enige weken geleden van de fa. Jonker uit Haarlem een bod werd ontvangen van 15.000,- op 3 iepebomen staande in het Valkenberg. Op advies van de directeur van gemeentebeplantingen is het voorstel aan de raad gedaan tot deze onderhandse verkoop. Doorslag heeft gegeven tot dit voorstel tot verkoop omdat deze bomen aan het afsterven zijn. Het bod achtte spreker dusdanig hoog, dat thans van de gelegenheid gebruik gemaakt moet worden. De afdeling beplantingen van de raad gaat met dit voor stel akkoord. Toen dit voorstel van burgemeester en wethouders bekend werd zijn er nog twee biedingen ingekomen nl. één van 20.200,- en één van 20.288,-. Ofschoon men deze biedingen niet kan tegenhouden achten burgemeester en wet houders zich door een zekere binding gebonden aan de fa. Jonker. Spreker heeft dit aan de raad willen mededelen, doch burgemeester en wet houders handhaven hun voorstel. De voorzitter merkt op, dat indien de raad met het voorstel van burgemees ter en wethouders medegaat, dit toch consequenties heeft. Het komt meer voor, dat burgemeester en wethouders een besluit nemen en dat door de publiciteit van het raadsvoorstel andere burgers invloed gaan uitoefenen op het besluit van burgemeester en wethouders. Hierdoor zal de handelingszekerheid van burgemeester en wethouders in gevaar komen. Hij geeft dit geval ter vrije discussie in de vergadering. De heer Toxopeus informeert of na gereedkomen van het voorstel de andere aanbiedingen zijn ingekomen. De voorzitter beaamt dit, doch in het voorstel is geen prijs genoemd. Bovendien zijn iepen zeer zeldzaam. Wethouder Jongbloed zegt, dat de fa. Jonker te Haarlem vorig jaar een bod heeft gedaan van 12.000,- en nu 15.000,-. Spreker heeft hem verwezen naar de directeur van gemeente beplantingen. De heer Toxopeus stelt voor het voorliggende voorstel van burgemeester en wethouders te aanvaarden en in de toekomst alleen tot publieke verkoop over te gaan. De heer Kramers vraagt of burgemeester en wethouders het bod van de eerste persoon hebben aanvaard of dat zij hem gezegd hebben zijn bod aan de raad voor te leggen. Bij het eerste is de raad gebonden. Bij het tweede geval acht spre ker de raad niet moreel gebonden. De heer Cosi.in merkt op, dat deze inschrijving niet aan een bepaalde datum was gebonden. De andere offertes zijn dus niet ingekomen nadat de inschrijving gesloten was. De heer Van Gisbergen meent, dat men niet met spitsvondigheid uit de moei lijkheid moet trachten te geraken en is van oordeel, dat indien een toezegging aan de eerste persoon op de een of andere manier is gedaan, aan hem de bomen verkocht moeten worden. Een ander besluit vindt hij dan niet zakelijk. Mevrouw Van Mierlo is van mening, dat de gemeente aan de gewone norm van fatsoen moet voldoen. Zij vraagt of er geen toestemming van de raad nodig is voor het kappen van deze bomen. De heer Vermeulen acht dit geen gemakkelijke affaire. Hij meent, dat burge meester en wethouders zich nooit verder kunnen binden behoudens goedkeuring van de raad. Tussen de aanbiedingen zit een verschil van 5.000,-. Spreker is van oordeel dat men er uit moet halen wat er in zit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 314