Indien men er echter van overtuigd is, dat er sprake is van goeder trouw dan zal hij de eerste zijn, die achter het voorstel van burgemeester en wethouders zal staan. Hij vindt echter 5.000,- een zo groot verschil dat van goede trouw geen sprake kan zijn. Een insider op dit gebied zou dit toch moeten weten. Spreker meent, dat de raad volkomen vrij is zijn besluit te nemen, zonder zich te storen aan een afspraak met burgemeester en wethouders omdat deze kwestie behoort tot de competentie van de raad. De directeur van gemeente beplantingen acht spreker een ondeskundig per soon. Als deskundigs had deze directeur een ander advies aan burgemeester en wethouders moeten uitbrengen. Voor de toekomst kan dit vrij hachelijke situa ties voor burgemeester en wethouders en de raad medebrengen. De heer Van Boxtel stelt voor de verkoop nog één jaar uit te stellen. De heer Bastiaansen recapituleert. Hieruit blijkt dat: 1burgemeester en wethouders voorstellen te verkopen aan de eerste bieder; 2. bij openbare inschrijving te verkopen; 3. de verkoop uit te stellen. Bij houthandelaren, zo zegt spreker, is het onfatsoenlijk dat anderen een nader bod doen, indien er onderhands reeds een bod is gedaan. Dit is hetzelfde als bij de geldhandel. Persoonlijk is hij van mening, dat het onfatsoenlijk zou zijn niet aan de eerste bieder te verkopen. De heer Minderhoud is van oordeel, dat de eerste bieder eerst 12.000,- heeft geboden, daarna 15.000,- en dat hij dan ook wel 20.000,- kan be talen De heer Lauweri.issen vindt het de grote vraag of er bij de onderhandelin gen een bod gevraagd is. De heer Wezenbeek vraagt of de eerste bieder tegen de anderen is uitge speeld. Bovendien vraagt hij of er met de andere bieders contact is geweest. Mej. Koppelaar steunt het voorstel van de heer Van Boxtel tot het uit stellen van de verkoop voor een jaar. De heer Van den Eeden is van mening dat, indien een stellige indruk is gewekt, dat de eerste bieder alleen was, tot levering moet worden overgegaan. Wethouder Jongbloed zegt, dat hij de laatste bieders slechts 5 minuten heeft gesproken en naar de directeur heeft verwezen. Door het feit dat burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad hebben gedaan voelen zij zich gebonden. De heer Bastiaansen zegt, dat het alternatief is wel of niet verkopen. De voorzitter deelt mede, dat maatschappelijke goede trouw bestaat, zelfs voor directeuren van gemeentelijke diensten. Er is een uitspraak bekend van Amsterdam, waaruit blijkt, dat de gemeente gebonden is door afspraken van directeuren van diensten. De heer Toxopeus merkt op, dat in deze gemeente zich reeds zo iets heeft voorgedaan waarbij een directeur een mondeling contract had gesloten. De voorzitter gelooft, dat men in dit geval er wel onder uit kan komen, doch dan wordt de handelsfrekwaamheid van de hoofdambtenaren toch wel verzwakt. De heer Rattink vraagt of de directeur een toezegging heeft gedaan. Wethouder Jongbloed zegt dat de binding voor burgemeester en wethouders alleen in het voorstel zit. De voorzitter zegt, dat een voorlopige binding van burgemeester en wethou ders als regel gehonoreerd wordt door de raad. Inderdaad zal de raad een andere beslissing dan burgemeester en wethouders kunnen nemen, doch voor burgemeester en wethouders komt dan de onzekerheid bij het voorbereiden van raadsvoorstellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 315