34 13 FEBRUARI 1957 Ik weet niet of genoemd Comité zich heeft laten voorlichten over de benodigde hoeveelheid m3 voor dit nieuwe aanhangsel en of zij dan nog kans ziet om op de door haar gedachte wijze deze m3 te leveren zonder dat daardoor een aan de omgeving volkomen onaangepast ge heel ontstaat. De breedte van de St. Annastraat is nu ook juist niet ge schikt om juist daaraan het werkgedeelte van het gemeentehuis te vestigen. Het zou prettig zijn, Mijnheer de Voorzitter, van U te mogen vernemen welke verhoudingen qua bebouwing zouden ontstaan indien de gedane suggestie zou worden opgevolgd. Overigens staat mijn fractie nog steeds op het standpunt, dat de in het ontwerpplan voorgestelde oplossing verre te prefereren is boven die welke door het Comité Behoud Binnenstad wordt voorgesteld. Het tweede punt waartegen door het Comité Behoud Binnenstad be zwaar wordt gemaakt betreft de verbreding van de Catharinastraat. Bij handhaving van het stadhuis op de Grote Markt zou kunnen worden volstaan met een doorbraak door de Beyerd en Vlaszak, naar de Bosch straat. De aanvankelijk gedachte oplossing in aansluiting daarop via het Valkenberg, welke door het Comité in en van haar couranten artikelen nog wordt geprefereerd boven die van een doorbraak door de Catharinastraat is in het verleden reeds aan de orde geweest en ook m.i. terecht, afgewezen. In deze gedachtengang houdt de doorbraak derhalve op aan de Boschstraat. Daar dit Comité zich ook keert tegen het dempen van de haven op een ander punt van de om de binnen stad gedachte verkeersring is er mijns inziens in de door hen aan de hand gedane oplossing, zelfs geen sprake meer van een verkeershoef- ijzer. Ik geloof Mijnheer de Voorzitter, dat wij door in te gaan op deze suggesties halverwege blijven steken in een aanvankelijk opgezet plan en daardoor niet zullen bereiken, wat met dit totale plan werd beoogd, n.l. zo kort mogelijk om het hart van de oude binnenstad ruime toe gangswegen te leggen en parkeerplaatsen te creëren, waardoor het ge makkelijk wordt gemaakt deze binnenstad van alle kanten te benaderen. Alleen daardoor zal men er in slagen op den duur het leven in deze oude binnenstad op gang te houden. Als men wel voor verplaatsing van het gemeentehuis is doch niet voor de doorbraak in de Catharinastraat, dan moet men zich realiseren dat door de verplaatsing van het gemeentehuis alleen reeds een deel van de Catharinastraat en de Veemarkt wordt afgebroken, zodat een verdere voltooiing naar mijn opvatting dan eerder gunstig dan nadelig te noemen is. Het is nu eenmaal onvermijdbaar dat bij dergelijke grote projecten binnen bebouwde kommen waarden verloren gaan, welke men liever behouden zou hebben. Het kenmerkende van het voorliggende plan van de stedebouwkundige dienst is nu juist Mijnheer de Voorzitter, dat deze getracht heeft het noodzakelijke te verrichten met een minimum schade aan datgene, wat waard is behouden te blijven. Juist om de oude binnenstad stedebouw kundig voor de toekomst te kunnen bewaren en bovendien ervoor te zorgen dat hij daarbij tevens zijn functie kan blijven vervullen als le vend kloppend hart van onze gemeente is de tweeledige doelstelling waarvan is uitgegaan en waarin men naar mijn overtuiging op gelukkige wijze is geslaagd. De Haven Mijnheer de Voorzitter, daar wil ik niet zo heel veel meer over zeggen. In een vroegere fase van de havendemping ben ik per soonlijk tegenstander van deze demping geweest. Ik ben inmiddels tot voorstander geworden en dit is voor een deel eveneens te danken aan de stedebouwkundige dienst, welke nu met een totaal afgerond plan gekomen is en niet met een voorstel tot het dempen van de haven zonder meer. De schakel die ook de haven vormt in deze ring rond de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 34