38 13 FEBRUARI 1957 De heer VAN BOXTEL vraagt zich af of de beslissing over het al dan niet dempen van de Haven niet uit het voorstel kan worden gelicht en afzonderlijk kan worden behandeld. Spreker is van mening, dat dit voorstel kan worden beschouwd als een amandement op het voorstel van de heer Mol. Men zou over het dempen van de Haven dan nog nader advies kunnen inwinnen. Als de Haven niet gedempt wordt, dan zal toch een grondige restauratie moeten plaats vinden. Mocht de Raad evenwel niet voelen voor sprekers voorstel, dan zal hij voor het gehele plan stemmen. Mejuffrouw t' SAS zegt, dat het voorstel op haar, als een echte Bredase, veel indruk gemaakt heeft. Het verplaatsen van het Stadhuis zal geen doodbloeden van de binnenstad betekenen. Vreemdelingen zullen altijd de Grote Markt blijven zoeken. In een andere grote stad, waar men het stadhuis enigszins uit de kern had gebouwd, is zulks wel gebleken. Spreekster is van mening, dat men wel gedwongen is om tot demping van de Haven over te gaan in verband met het verkeer en de parkeer ruimte. Spreekster is het met het plan geheel eens. De heer BRINKERHOF merkt op, dat de Grote Markt dus het cen trum dient te blijven van de stad, welk centrum door veel vreemdelingen wordt bezocht. Het is daarom zo jammer, dat deze bezoekers alleen gebruik kunnen maken van de trottoirs en niet van de Grote Markt zelf. Er zijn op de Grote Markt twee rijbanen en er is te nauwer nood plaats voor de voetgangers. Volgens spreker is er de aardigheid gauw af, als men midden in de stad alleen op trottoirs mag lopen. Mejuffrouw KOPPELAAR sluit zich gaarne aan bij de woorden van de heer Brinkerhof. De motivering van de noodzaak der havendemping is nu anders dan in 1950. Spreekster was toen tegenstandster van dem ping. Thans zal zij haar stem aan het voorstel geven al is het contre coeur. Wellicht kan echter, als de Haven gedempt is, de Grote Markt in haar oude staat worden hersteld. Immers het zal dan mogelijk worden om de oude kern te bevrijden van het verkeer der stadsbussen. Herstel van dit oude Bourgondische plein in zijn oude luister is van veel belang. Deze markt dient haar oude levendigheid te herkrijgen, waar de voet- gangers over brede trottoirs hun weg kunnen vinden. Voor het plan in zijn geheel heeft spreekster grote bewondering. Zij hoopt, dat de kinds- kinderen der raadsleden later het thans te nemen besluit zullen waar- deren. De heer KLOMPERS is het volkomen eens met het plan en heeft alle lof voor de ontwerpers. Mevrouw VAN MIERLO gaat in grote lijnen wel met het plan ak koord, ook voor zover het de demping van de Haven betreft. Zij meent echter enig voorbehoud te moeten maken voor de weg door het Valken berg. Ten aanzien van de behandeling der bezwaarschriften van de in punt 6b onder 2 en 3 genoemde adressanten merkt spreekster op, dat deze beiden naar haar mening wel op tijd zijn ingekomen, terwijl het ten aan zien van dat van adressant sub 4 genoemd, twijfelachtig is.^Spreekster zou hierover gaarne opheldering hebben. De heer VAN GISBERGEN staat geheel achter het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Een vergelijking van dit plan met dat van het comité heeft hem er van overtuigd, dat het plan van Burgemeester en Wethouders het meest acceptabel is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 38