13 FEBRUARI 1957
39
Het is een groots plan, dat in de verkeersmoeilijkheden voor een tijd
van enkele generaties zal voorzien. Tegen demping van de Haven heeft
spreker geen bezwaren
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders ver
plicht zijn het behoud van de binnenstad zo veel mogelijk na te streven.
Wat de Raad vandaag gaat doen is in grote lijnen te noemen een struc
tuurplan op lange termijn. Het gaat hier om het oudste en meest kost-
bare deel van de binnenstad. Het is plicht het oude en schone te be
waren en er zo mogelijk nieuw schoon aan toe te voegen. Het plan,
zoals U dat ter vaststelling wordt aangeboden is door velen diepgaand
bestudeerd en er zijn veel kosten aan besteed. In dit plan zijn vele details
nog niet uitgewerkt. Vele details zijn nog voor studie en verfijning vat
baar. Het plan is echter juridisch zowel als bestuurlijk noodzakelijk. Voor
de uitvoering zijn veel miljoenen nodig, zodat slechts stap voor stap tot
uitvoering kan worden overgegaan. De realisatie van dit plan zal vele
jaren vragen.
Spreker is verheugd over de grote belangstelling, welke het plan heeft
gehad, zowel van de Raad, als van de bevolking en de pers. Hij is ook
het Comité behoud binnenstad dankbaar, omdat dit comité met dezelfde
liefde als de ontwerpers van het plan heeft gewerkt. Door de actie van
dit comité is bereikt, dat velen de mogelijkheden nogmaals hebben be
keken. Er zullen mensen zijn, die weliswaar niet door de actie zullen
zijn bekeerd, doch wel zich meer bewust zijn geworden van de inhoud
van dit plan.
De bezwaren van het comité richten zich tegen de demping van de
Haven, de verbreding van de Catharinastraat en de verplaatsing van het
Stadhuis. Dit stadhuis, dat al honderden jaren aan de Grote Markt is
gelegen en met de historie van de Grote Markt een geheel uitmaakt,
mag volgens het comité daar niet verdwijnen. In het plan is eerst na
rijp beraad de plaats van het nieuwe stadhuis aldus geprojecteerd. Deze
plaats is derhalve weloverwogen en naar sprekers mening goed gekozen.
De termijnen, welke de Woningwet stelt zijn nauwgezet in acht ge
nomen. Het is bezwaarlijk af te wijken van de minimum termijnen, omdat
dit plan belangrijker is. Gaat men hier van uit, dan zou zulks een dis
criminatie inhouden van andere plannen, welke voor de directe belang
hebbenden even belangrijk, zo niet belangrijker zijn dan dit. Burgemees
ter en Wethouders vinden het noodzakelijk zich uitermate stipt te hou
den aan een formele behandeling. De woningwet vraagt wegens haar
vele vormvoorschriften om een uiterst formele behandeling. Dit is ook
geschied ten aanzien van de ontvankelijkheid der bezwaarschriften. Zo
zij niet op tijd waren of niet aan de Raad c.q. het gemeentebestuur ge
richt, zijn zij niet ontvankelijk verklaard. Wel is ambtshalve op de ge
maakte bezwaren ingegaan.
De publiciteit van het plan is overigens wel bevorderd door de infor
mele raadsvergaderingen, de conferentie met de landelijke pers, het ver
schaffen van materiaal aan de pers, enige lezingen over het plan en in
formele besprekingen met belangrijke instanties. Spreker is er van over
tuigd, dat ondanks het aanhouden van de minimale wettelijke termijn,
de openbaarmaking van het plan voldoende is geweest.
Dat in de voorstellen gesteld wordt, dat de Raad zich in principe
met het plan heeft verenigd, betreurt spreker ten zeerste. Het is nimmer
de bedoeling geweest de Raad in de informele vergaderingen ook maar
enigszins te binden. De aanhef der voorstellen is dan ook fout. De Raad
beslist thans geheel vrij over het plan.
Wat de vormbezwaren betreft, welke Mevrouw Van Mierlo naar voren
heeft gebracht, zegt spreker, dat de adressanten sub 2 en 3 genoemd
inderdaad op tijd waren. Hun bezwaarschriften worden voor kennisge-