40
13 FEBRUARI 1957
ving aangenomen. Adressanten worden echter wel ontvankelijk verklaard,
terwijl bovendien op hun bezwaarschriften wordt ingegaan. De adressant
genoemd sub 4 is evenwel te laat, terwijl die genoemd sub 5 zijn be
zwaar niet aan de Raad heeft gericht.
Het plan is te verdelen in drie hoofdpunten.
1. De Haven. Niemand zal betwisten, dat demping een oud stuk van
Breda belangrijk aantast. Het offer, dat gebracht moet worden is
weloverwogen, zo ook alle voor- en nadelen.
Het voorstel van het comité behoud binnenstad verzwakt de functie
van de verkeersring in belangrijke mate. Een ander bezwaar is, dat
de huizen tussen de verbrede Rozemarijnstraat en Dieststraat ener
zijds en de Haven anderzijds te veel op een eiland komen te liggen.
Voor de uitvoering van het plan van Burgemeester en Wethouders
zullen nog uitvoerige detailstudies moeten worden gedaan. Komt
het eenmaal tot uitvoering, dan zal de Raad nog moeten beslissen
over het concrete plan.
2. De Grote Markt. Voor het gedeelte van het plan is unanieme steun
ontvangen, behalve voor de hoek Catharinastraat-Grote Markt, waar
over historische geluiden hebben geklonken. Degenen, die menen,
dat deze hoek gehandhaafd kan worden, zijn niet ten volle overtuigd
van de noodzaak van een goede verbinding Grote Markt-Kasteelplein,
welke van uitermate groot belang is voor het verkeer. Deze hoek heeft
een dubbelverkeers-functie., Daarom is het nodig dit pand te offeren.
De vraag of het mogelijk is dit pand te verplaatsen is thans niet aan
de orde. Spreker is er vast van overtuigd, dat het niet mogelijk is
de flessenhals ter plaatse te laten als nij thans is.
3. Het Stadhuis. Voordat een eventuele verplaatsing van het Stadhuis
aan de orde kwam, is een uitvoerige studie gemaakt van de even
tuele uitbreidingsmogelijkheden van het stadhuis ter plaatse waar het
nu staat. Om stedebouwkundige en verkeerstechnische redenen is dit
plan verwonen. Het is thans niet nodig daarop terug te komen. Deze
zaak ligt in Haarlem en Leiden anders. Daar was sprake van cultuur
historische monumenten. In deze stad staan alleen de hal en de in
gangspartij op de monumentenlijst. Gaat men het stadhuis achter de
gevel aan de Grote Markt uitbreiden dan krijgt men geen kind met
een waterhoofd, doch een reuzenlichaam met een kindergezicht.
Wat de functie van de Markt betreft, deze is eerst te beoordelen
wanneer de ring voltooid is en er aldus meer parkeerruimte is ge
creëerd. Spreker is ook voorstander van een gezelliger sfeer vóór de
restaurants. Met vreugde heeft hij daarover enige geluiden vernomen.
De weg door het Valkenberg is noodzakelijk. Immers een hoefijzer-
vorm is niet gewenst, daar hoefijzervonnen neiging hebben dode
hoeken te kweken. Spreker hoopt, dat hij hiermede in grote lijnen
antwoord heeft gegeven op de gestelde vragen. I
1
De heer VERMEULEN is erkentelijk voor de gedane toezeggingen. v
Duidelijk is thans dat de Raad in genen dele aan het besprokene in de v
informele raadsvergaderingen gebonden is. De Raad is volkomen vrij B
te beslissen. Spreker geeft toe, dat Burgemeester en Wethouders for- t
meel gedaan hebben wat de Woningwet voorschrijft. De minimumter- I
mijnen zijn echter in de wet opgenomen om in bijzondere gevallen g
andere termijnen te kunnen stellen. Het accent had ook in de termijn e
van ter visieligging kunnen uitkomen. Niemand zou daarin een discrimi- o
natie hebben gezien ten opzichte van andere uitbreidingsplannen. Overi
gens hebben Burgemeester en Wethouders wel gedaan, wat zij konden
doen. Spreker merkt echter op, dat voor de publikatie van het plan v
de informele vergaderingen weinig nut hadden, omdat de geheimhouding u
was opgelegd tot aa'n de officiële bekendmaking.