13 FEBRUARI 1957
41
De heer MOL wil gaarne een oud Zwitsers gezegde aanhalen. „Wer
will bauen in den Straszen, musz die Leute reden lassen". Er is over de
plannen al veel gepraat. Spreker heeft met vreugde kunnen constateren
met welk een liefde de plannen zijn voorbereid. Zijn opmerkingen waren
uitsluitend bedoeld om te kunnen geraken tot het ideale plan. Het plan,
zoals dat nu is opgesteld, is buitengewoon mooi. Spreker hoopt, dat het
een blijvende studie zal uitmaken van de dienst van Openbare Werken.
Ook de details dienen zo zorgvuldig mogelijk te worden bekeken. De
Raad kan bij het verlenen der nodige kredieten voor aankopen en straat-
aanleg toch ook de details nog telkens bezien. Daarom zal hij voor het
plan stemmen.
De heer KOOLS is er nog niet van overtuigd, dat beide panden op
de hoek Catharinastraat-Grote Markt moeten verdwijnen. Deze kwestie
komt later nog aan de orde, zodat hij ten aanzien van dit punt nog voor
behoud kan maken.
De heer RATTINK vraagt of elk detail weer opnieuw kan worden
bezien als er een krediet voor gevraagd wordt.
De heer VERMEULEN is van mening, dat men toch thans van een
afwijkende mening ten aanzien van bepaalde onderdelen blijk moet
geven.
De heer BRINKERHOF heeft met genoegen uit het antwoord van de
Voorzitter gehoord, dat binnen afzienbare tijd de Grote Markt weer
markt wordt en geen parkeerterrein blijft.
De heer VAN BIJNEN wil nog even terug komen op de demping van
de Haven en wat daarmede verband houdt. Het plan is grondig bestu
deerd en dus zal demping wel nodig zijn. 't Kan blijkbaar niet anders.
Het is prettig dat verschillende details toch nog in de Raad worden be
sproken bij het verlenen van kredieten. Zodoende kan de Raad over deze
details altijd nog het nodige zeggen.
Spreker zou nog gaarne antwoord hebben op zijn vraag of het mogelijk
is de omweg door het Valkenberg te ontgaan en het verkeer te leiden
langs het stuk Catharinastraat tussen de Schuur en de winkel van Van
der Ven.
De heer MINDERHOUD zegt nog geen antwoord te hebben gekregen
op zijn vraag inzake de ontmanteling van de Grote Kerk.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Mol heeft gesteld, dat de
Raad bij het verlenen van kredieten toch telkens op details van het plan
kan terugkomen en dat hij daarom voor het plan zal stemmen. Spreker
wenst er op te wijzen, dat met dit plan de juridische basis wordt gelegd
voor onteigening, aankopen e.d. De details met een financiële kant ko
men uiteraard in de Raad; de financiële zijde van de kwestie is overigens
thans niet in discussie. Zo moet men als te zijner tijd een krediet voor
havendemping wordt gevraagd niet lichtvaardig zeggen: er wordt niet
gedempt. De Raad moet zulk een besluit goed overwegen. Als hij zulk
een besluit neemt zal meestal de gehele procedure der woningwet weer
opnieuw moeten worden ingezet.
De heer Brinkerhof heeft spreker meer laten zeggen inzake de Grote
Markt, dan dat hij heeft bedoeld. De oplossing van de verblijfsfunctie
van de Grote Markt zal een punt van ernstige overweging in de toekomst
uitmaken.
De ontmanteling van de Grote Kerk staat buiten het plan. Dit is een