13 FEBRUARI 1957 47 derwijs geschiedt door leraren in dienst der gemeente. Deze leerkrachten zullen derhalve ten dele vermindering van werk krijgen. Spreker ziet niet in, waarom de Raad nu moet verkiaren, dat dit onderwijs niet meer van gemeentewege gegeven zal worden. Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat het zoeken naar een op lossing van dit onderwijsvraagstuk aanvankelijk een experiment beteken de. Het was mogelijk, dat de gemeente dit experiment deed, aangezien Breda een Gemeentelijke Lagere Technische School had. Juist vanwege het experimentele karakter stelde het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de eis, dat deze opleiding van zwakbegaafden in een bestaande onderwijsinrichting voorlopig zou worden opgenomen. Van meet af aan heeft echter de bedoeling voorgezeten dit onderwijs over te hevelen naar een stichting voor buitengewoon onderwijs, om het onder wijs beter tot zijn recht te laten komen. Het experiment is geslaagd en de belemmeringen om het onderwijs naar de Stichting over te hevelen zijn weggenomen. De afdeling buitengewoon Nijverheidsonderwijs van de Gemeenteijlke Technische School betekent voor enkele leraren een nevenbetrekking. Theoretisch bestaat de mogelijkheid, dat enige van deze betrekkingen niet worden gecontinueerd. De Stichting is echter wel mo reel gebonden deze mensen over te nemen. Bovendien is er een belangrijk tekort aan leraren bij het technisch onderwijs. Spreker zegt toe de con tinuatie van de betrekkingen der leraren te bevorderen. De heer VERMEULEN zegt, dat het onderwijs, zoals dat aan de Gem. Technische School wordt gegeven geen aanleiding heeft gegeven tot klachten. De gemeente heeft de risico's genomen en nu de zaak goed gaat wordt het overgedragen aan een Katholieke Stichting. Spreker heeft er goede nota van genomen, dat de wethouder zal bevorderen, dat de leraren door de Stichting worden overgenomen. Het voorstel wordt hierna aangenomen met 29 tegen 6 stemmen. Vóór stemden: Mevrouw Van Mierlo, Mejuffrouw t' Sas, Mejuffrouw Koppelaar en de heren Meijs, Kramers, Kools, Klompers, v. d. Noort, Verschuren, Rattink, Minderhoud, Bliek, Hulskramer, Kroon, Cosijn, Loo- mans, Romsom, Bastiaansen, van Gisbergen, Nieuwlaat, van Bijnen, van Boxtel, Mol, v. d. Eeden, Jongbloed, Stubenrouch, Lauwerijssen, Wezen beek en Verhaak. Tegen stemden: Mevrouw Slot en de heren Vermeulen, Lossez, Brin kerhof, Mendes en Samson. 16. Benoeming leraar Gemeentelijke Technische Avondschool. Dit voorstel wordt aangenomen. 17. Brief B. G. P. Holleboom. De heer VAN BIJNEN wenst /ip dit preadvioo nog ioto te zeggen. Hierin is vermeld, dat het oordeel over bepaalde personen beter aan de geschiedschrijving kan worden overgelaten. Spreker is het hiermede vol komen eens en hij verzoekt daarom geen straten te noemen naar levende personen. De heer VERMEULEN zegt, dat dit gezegeld adres aan de Raad wel heel erg ver gaat. Spreker zou gaarne weten, hoe de Raad hierover denkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 47