56 13 MAART 1957 De heer VAN BIJNEN wenst de woorden „op dit preadvies nog iets" in de 7e regel van onderen op bladzijde 47 te vervangen door „over deze brief niets". Nadat gebleken is dat de heer Vermeulen geen wijziging van de notulen wenst, worden de notulen met inachtneming van de overige wijzigingen vastgesteld. 23. Ingekomen stukken. De stukken, genoemd onder 2 sub a t/m h worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van preadvies. De heer VERMEULEN vraagt het overzicht van het Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant betreffende de ontwikkeling van de pendelbeweging van mannen in Breda nog iets langer ter visie te leggen voor de Raadsleden. De VOORZITTER zegt dat aan dit verzoek zal worden voldaan. De heer VERMEULEN zegt dat uit de ter visie gelegde stukken be treffende het verlenen van gemeentelijk hypotheek hem wederom ge bleken is dat aan 4 personen, die in de onmiddellijke nabijheid van Breda woonachtig zijn, een hypotheek is verleend. Indien de aanvragers economische belangen in Breda hebben wordt een vestigingsvergunning verstrekt. In de vorige raadsvergadering heeft spreker reeds gezegd dat hij van mening is dat met het verlenen van deze vestigingsvergunningen met 2 maten gemeten wordt n.l. aan hen die kunnen bouwen en aan hen die moeten huren. Aan de huurders wordt geen vestigingsvergunning verleend, indien er geen claim voor woonruimte is op de gemeente van vertrek. Bij degenen, die bouwen, wordt hiernaar niet gekeken. Hij acht dit in strijd met de rechtvaardige verdeling van de woonruimte. De vorige keer heeft spreker gezegd, dat hij het gevoel had, dat de Wet houder zijn inzichten op dit punt deelde. Hij verwachtte daarom een voorstel zijnerzijds. Nu dit niet is gebeurd, acht hij een duidelijke uit spraak van de Raad nodig, waartoe hij een motie in stemming zou willen zien gebracht. De tekst dezer motie luidt: De Raad van de Gemeente Breda gehoord de discussie met betrekking tot het afgeven van vestigingsvergunningen aan niet-ingezetenen is van oordeel: dat voor het afgeven daarvan gelijke normen dienen te worden aange legd voor hen, die een woning wensen te bouwen c.q. een nieuwbouw woning kopen, zowel als voor hen die een woning wensen te huren; dat de bestaande praktijk daarmede niet in overeenstemming is, aange zien aan hen, die bouwen c.q. een nieuwbouwwoning kopen een vestigingsvergunning wordt verstrekt indien zij te Breda economische belangen hebben, onafhankelijk van de afstand waarop zij van Breda wonen; dat als het hebben van economische belangen te Breda in deze gevallen wordt aanvaard, het daar werkzaam zijn onafhankelijk van de be tekenis van de functie; dat onder die omstandigheden de gemeente zelfs bereid is de hypotheek regeling voor deze mensen toe te passen en daardoor dit zelf bouwen c.q. kopen voor niet-ingezetenen nog vergemakkelijkt; dat zij niet als voorwaarde voor het afgeven van een vestigingsvergun ning stelt dat door de gemeente van vertrek aan de gemeente Breda een claim op woonruimte in compensatie dient te worden gegeven;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 56