16 JANUARI 1957
5
22. Preadvies van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van
een schrijven van Gedeputeerde Staten inzake bezoldiging secretarissen,
ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke stand. (Bijlagen 1957, nr.
35).
23. Preadvies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van
Ir. J. B. Leeuwenberg om ontslag als directeur der gemeente Lichtbedrij-
ven en Waterleiding. (Bijlagen 1957, nr. 36).
Nagekomen stukken:
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van
leden van de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (Bij
lagen 1957, nr. 37).
Tegenwoordig: Mevrouw M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS,
Mevrouw E. M. SLOT-PLATTEL, Mejuffrouw J. P. KOPPELAAR,
Mejuffrouw D. M. J. t' SAS en de heren Mr. K. A. M. BASTIAANSEN,
W. C. A. M. VAN BOXTEL, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN
BIJNEN, H. J. C. COSIJN, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN
GISBERGEN, G. F. HULSKRAMER, J. J. KAMPHUYS, G. J. KLOM-
PERS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, L. P. LAUWE-
RIJSSEN, G. W. LOOMANS, A. LOSSEZ, A. MENDES, J. A. MEIJS,
G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P.
VAN DE NOORT, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, J. SAMSON,
Drs. G. C. STUBENROUCH, Mr. E. H. TOXOPEUS, Drs. O. G. E. M.
VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZEN
BEEK.
Afwezig de heren W. A. BLIEK en A. JONGBLOED.
Voorzitter: de heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van
orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van Wethouder A.
JONGBLOED.
De VOORZITTER zegt het volgende:
Dames en Heren Leden van de Raad,
De traditie getrouw wil ik deze eerste vergadering in 1957 aanvangen
met U een zalig Nieuwjaar toe te wensen voor Uw persoon, Uw werk
en Uw gezin, onder dankzegging, mede namens mijn echtgenote, voor
de goede wensen, welke mij mondeling en schriftelijk bereikten. De op
Uw tafels gedeponeerde jaargegevens spreken voor zichzelf. Daaruit
blijkt de vaart en de richting, waarmede het gemeentelijk schip mo
menteel koerst. Mijnerzijds wil ik bij deze gelegenheid gaarne mijn per
soonlijke visie geven op onze stad. Dit is niet bedoeld om daarmede een
discussie in te leiden. Allereerst moge ik Uw aandacht vragen voor
enige zaken van persoonlijke aard. Een tweetal ereburgers, die ons door
de dood zijn ontvallen, wil ik gedenken. Allereerst de heer van Slobbe,
van 19361947 burgemeester van onze stad, de sobere en strakke officier
van den bloede. Daarnaast Charles Smits, de charmante organisator van