17 APRIL 1957
81
De heer BRINKERHOF brengt de heer Toxopeus in herinnering,
dat de bebouwingsvoorschriften, waarin bepalingen met betrekking
tot de hoogte van het winkelcentrum zijn opgenomen, reeds twee
of drie jaar geleden door 'de raad zijn vastgesteld.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat het een zaak van de heer
Toxopeus zelf is om deze aangelegenheid principieel te stellen. Hij
is daarentegen verheugd, dat de raad er geen principiële kwestie
van maakt, doch ervan overtuigd is, dat hier gehandeld wordt naar
de omstandigheden. In het uitbreidingsplan is hier een winkelcen
trum geprojecteerd. Spreker zou verheugd zijn indien het winkel
centrum door particulieren zou zijn gebouwd. Nu deze het niet doen,
is door onderhavig voorstel een oplossing gevonden. Er is geen
enkele principiële zaak aan de orde. Ook niet inzake de horizontale
verkoop. Zijn er geen kopers, dan worden de winkels normaal ver
huurd. Is er belangstelling om een winkel te kopen, dan ligt het
voor de hand, dat er een oplossing wordt gezocht. Burgemeester en
Wethouders willen toezeggen, dat bij eventuele verkoop de zaak
in de raad zal worden gebracht en ook horizontale verkoop aan de
orde zal worden gesteld. Spreker is het met de heer Toxopeus niet
eens, waar deze zegt, dat de gemeente geen winkels zou mogen
bouwen. Ook eerder heeft de gemeente met name in het Linie
kwartier winkels gebouwd. Als er een winkel vrij komt, is het aan
tal aanvragen voor de winkel zeer groot. De behoefte om een winkel
te kopen is daarentegen niet groot, althans daar wordt bij de dienst
van Openbare Werken niets van gemerkt.
Ten aanzien van de koelkasten merkt spreker op, dat hij geen
bezwaar heeft, dat de koelkasten eruit genomen worden indien
althans het financieringsplan dit mogelijk maakt. Hij weet ook niet
of het op grond van het bestek nog mogelijk is. Het bestek is voor
de aannemer gemaakt. De rijkspremie voor de bouw zal naar ver
wachting dezer dagen aankomen. Spreker vindt de hele aangelegen
heid niet zo ingewikkeld.
De VOORZITTER vraagt het voorstel aan te nemen en met de
toezegging genoegen te nemen, dat Burgemeester en Wethouders
zullen trachten, indien althans mogelijk, de koelkasten uit het plan
te nemen.
De heer VAN GISBERGEN vraagt of de rijkspremie niet alleen
gebaseerd is op het bouwplan maar ook op het plaatsen van koel
kasten.
De VOORZITTER wil niet dieper op de zaak ingaan. Hij vraagt
of de raad met de toezegging van Burgemeester en Wethouders
inzake de koelkasten-kwestie genoegen kan nemen. Voorts deelt
spreker mede, dat Burgemeester en Wethouders principieel bereid
zijn met horizontale verkoop mee te gaan en hiertegenover niet
afwijzend staan.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten,
met aantekening, dat de heer Toxopeus tegen het
voorstel is.
8. Beschikbaarstelling van kredieten:
a. voor aanleg plantsoen en speelgelegenheid aan J. W.
Frisolaan;