17 APRIL 1957
83
ten van het kunstwerk en de spoorwegwerken. Als dit niet het geval
is, weet de gemeente niet waar zij aan toe is.
Overigens merkt spreker nog op, dat de raad niet zo heel gemak
kelijk over deze paar miljoen heenstapt; er is vooraf breedvoerig in
een informele raadsvergadering over het onderhavig voorstel ge
sproken, voordat het thans in de raad aan de orde wordt gesteld.
De VOORZITTER deelt mede, dat de eerste fase in het totale
hoogspoorplan de aanleg van de tunnel is. Het is niet te verwach
ten, dat vóór 1960 de tweede en derde fasen voor het hoogspoor
aan de orde zullen komen. De voorbereiding voor deze fasen wordt
evenwel direct, zowel door de gemeente als door de spoorwegen, ter
hand genomen, omdat het hoogspoorplan bij beide partijen heel
serieus wordt genomen.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Toxopeus deelt spre
ker mede, dat de verhoging van de kosten enkel en alleen een
kwestie is in de wijze van begroten van het architectenbureau Bos
en Witteveen enerzijds en de Ned. Spoorwegen anderzijds, uiteraard
op basis van dezelfde technische voorzieningen. Het lijkt overigens
niet zo zwaar als het is. Het bedrag van de aanbesteding zal de
basis zijn voor de verrekening. Thans wordt een hoog krediet ge
vraagd; de bijdrage van de Ned. Spoorwegen is concreet, doch de
rijksbijdrage pro memorie geraamd.
De heer HULSKRAMER zegt, dat in het voorstel medegedeeld
is, dat verschillende besprekingen zullen volgen. Hij vraagt of daar
van afhangt dat de werkzaamheden al of niet op 1 juli a.s. zullen
aanvangen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Ned. Spoorwegen vooraf een
contract eisen. Een en ander hangt echter af van de goedkeuring van
het krediet door Gedeputeerde Staten. Getracht zal worden zo
spoedig mogelijk goedkeuring van het krediet te verkrijgen. Met de
Commissaris der Koningin is terzake reeds een afspraak gemaakt
ter bespreking van deze aangelegenheid. De datum 1 juli is fataal;
wordt dan niet begonnen dan moet wellicht weer een jaar worden
gewacht.
Hierna wordt conform besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat binnenkort de concessie aan
de B.B.A. van de stadsbusdienst zal aflopen. De verlenging van
deze concessie ligt volgens de wet bij Burgemeester en Wethouders.
De raad heeft echter wel de bevoegdheid algemene regels te stellen
waaronder de concessie te verlenen. Teneinde volledig op de hoogte
te zijn van de verlangens en wensen die er zowel bij de raad als bij
de bevolking in deze leven, stelt spreker voor een commissie ad hoe
te benoemen om de voorwaarden te bezien, waaronder de nieuwe
concessie zal dienen te worden gegeven.
In deze commissie worden benoemd de heren Bastiaan-
sen, Vermeulen, Minderhoud, Loomans, Bliek en
Klompers.
10. Parkeerverlichting.
De heer MINDERHOUD zegt onderhavige aangelegenheid al
meermalen ter sprake te hebben gebracht. Na lezing van de nota