16 JANUARI 1957 9 berekend voor een aantal woningen. Het lijkt verstandig niet boven de 100.000,uit te gaan. Overigens moet inderdaad worden afgewacht wat de enquête oplevert. De heer van Gisbergen antwoordt spreker, dat de douchecellen toch niet als slaapgelegenheid bedoeld zijn. Het is raadzaam nu door te gaan met de voorbereiding en als er een aantal gegadigden bekend zijn, kan men beginnen. Men kan toch niet alles hui zen tegelijk nemen. Spreker gelooft niet, dat reeds prijs gevraagd is. Het is een voorlopige kostenberekening van de dienst van Openbare Werken. Wanneer tot uitvoering wordt overgegaan, zal bij meerdere leveranciers prijs worden gevraagd. De heer VERMEULEN is erkentelijk voor de motivering, waarom deze apparatuur niet tegelijk met de bouw is aangebracht. Spreker her innert zich echter dat destijds vanuit het College werd voorgesteld de douchecellen volledig in te richten. Maar de fractie van de K.V.P. heeft zich daartegen destijds bij monde van de heer Stubenrouch verzet. Als motief werd aangevoerd het beschikkingsrecht over de inkomensbeste ding door het hoofd van het gezin. Hier geldt het dus niet konsekwen- ties van het beleid der centrale overheid, doch van dat der gemeentelijke overheid. Daarom zou het niet redelijk zijn de kosten van deze beleids lijn af te wentelen op de huurders der woningen. Spreker heeft om die redenen gevraagd een redelijk deel van de kosten voor gemeenterekening te nemen. Spreker wil nog gaarne antwoord hebben op zijn vraag in zake het onderhoud. Spreker is erkentelijk voor het antwoord inzake de te vragen offertes. Het argument, dat douchecellen als slaapkamer worden gebruikt, geeft geen reden om de doelmatige inrichting daarvan nu maar achterwege te laten. De heer BASTIAANSEN heeft in de bouwcommissie zijn fiat gegeven aan het voorstel. In deze commissie is medegedeeld, dat het destijds onmogelijk was deze inrichting te verzorgen, doch toegezegd is, dat dit in de toekomst zoveel mogelijk zal gebeuren. De VOORZITTER zou het op prijs stellen als een politiek strijdbijl in de grond zou kunnen blijven. Men moet onderscheid maken tussen de inrichting der douchecellen en de apparatuur. Met betrekking tot de inrichting zijn destijds door de Minister van Wederopbouw beper kingen opgelegd. Toen heeft de Raad besloten de woningen toch te bouwen. Naar sprekers mening staat de onderhavige aangelegenheid dan ook los van de politieke historie, of het zou de politiek van het de partement van wederopbouw van destijds moeten zijn. De heer BRINKERHOF heeft hier weinig aan toe te voegen. De wo ningen moesten uitgekleed worden, zoals dit b.v. op Schoolakker het geval was. Wethouder MEIJS kan zich indenken, dat de bergruimte in bepaalde woningen gering is. Maar dit argument is bezwaarlijk te benutten om de douchecellen niet in te richten. Mogelijk is het gebrek aan berg ruimte op andere wijze te voorzien, maar dit heeft uiteraard weer finan ciële konsekwenties. Het onderhoud der apparatuur wordt aanbesteed onder de loodgietersbedrijven. De heer VAN DE NOORT wijst op de geringe bergruimte in de wo ningen aan de Spitsbergenstraat. De VOORZITTER antwoordt, dat dit punt buiten de orde is. Overi gens is de voorgestelde voorziening afhankelijk van de wens der be woners.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 9