98 16 JANUARI 1958 de orde gesteld, waarbij een redelijke schadeloosstelling is bereikt. De Amsterdamse regeling is vrijwel analoog aan de onze. Maar hier wordt er de voorkeur aan gegeven geval tot geval te bezien. De heer Toxopeus heeft gevraagd of de adviezen uit het efficien- cyrapport van openbare werken zijn opgevolgd. Het eerste rapport lag destijds ter inzage voor het seniorenconvent. Het 2e rapport heeft in 1957 voor de raadsleden ter visie gelegen. Naar aanleiding van deze rapporten zijn bepaalde maatregelen genomen, welke men niet direct bezuiniging mag noemen, maar de doelmatigheid werd er ten zeerste mede gediend. Het wachten is nu op de resultaten van een ingesteld organisatieboek. Bij de lichtbedrijven moet eerst de nieuwe directeur zijn ingewerkt. De heer Cosijn heeft gevraagd, of het college bericht heeft ont vangen van de minister van verkeer en waterstaat inzake de goed keuring door het provinciaal bestuur van de verordening op de Brabantse Bandijk. Een dergelijk bericht is niet ontvangen. Dit wil spreker wel zeggen: hoezeer de Brabantse Bandijk een belang is voor West-Brabant en ook voor onze stad, er wordt een last op de gemeente gelegd, die wel erg zwaar gaat drukken. Er is alvast 10.000,uitgetrokken op de gemeentebegroting. Naar ruwe schat ting zal dit bedrag echter nog wel 2x zo hoog worden. De vraag is, of gedeputeerde staten willen ontheffen voor het deel van de be bouwde kom, dat gelegen is op 2.50 m boven N.A.P.; dit scheelt een belangrijk bedrag. Als dit niet gebeurt vreest spreker, dat de Bredase ingezetenen jaarlijks een bedrag van 100.000,zullen moeten opbrengen en de gemeente nog 20.000,Dit laatste is nog niet geraamd; het gevecht moet nog beginnen. Het verheugt ons uiteraard, dat de dijken worden verzwaard en dat de bevolking niet bang meer behoeft te zijn voor dijkdoorbraken. In Breda is men in dit opzicht echter niet erg ongerust. De wijziging in het regle ment van het voorlopig bestuur is door gedeputeerde staten over genomen, ondanks verzet in provinciale staten. Breda is nu te zwaar belast ten opzichte van de rest. In Breda werd de bebouwde kom wel opgenomen, terwijl deze in Roosendaal en Bergen op Zoom er buiten valt. Maar men betrok Breda gaarne in de omslag omdat dit een gemakkelijke manier was om aan geld te komen en de eigen bijdrage aan de kosten van de dijk te verlichten. De heer BASTIAANSEN heeft lof voor de overtuigende wijze, waarop de financiële aangelegenheden zijn belicht. Spreker herin nert zich, dat hij als lid van de afdeling voor openbare werken meermalen heeft gevraagd naar de middelen ter dekking van de lasten van grote projecten. Het antwoord daarop is nog niet gege ven. Voor zakenmensen doet dit irreëel aan. Spreker kan zich dan ook voorstellen, dat de heer Vermeulen niet gelukkig is met de huidige situatie. Intussen heeft de voorzitter spreker wel overtuigd van de onmogelijkheid van een plan op lange termijn. Spreker heeft waardering voor de sportieve wijze, waarop zijn verwijt inzake voortijdige mededelingen aan de pers is ontvangen. Hij rekent er op, dat tegen herhaling wordt gewaakt. Het antwoord van wethouder Romsom inzake de bejaardentehuizen is vaag. Spre ker had gaarne meer concrete plannen gehoord. De raad heeft wel eens elders een modern bejaardentehuis gezien. Het is voor Breda van groot belang, dat er iets gaat gebeuren. Hoe zal de situatie over 5, 10 of 15 jaar zijn? Ook het antwoord over de classificatie was vaag; misschien zijn er tactische motieven in het spel. Spreker is dankbaar voor de door wethouder Stubenrouch gegeven cijfers

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 98