16 JANUARI 1958 103 afdeling ingenomen standpunt mogelijk moet zijn, is naar ik meen reeds jaren geleden door mij in deze raad verdedigd. Ik zie in deze mededeling van de heer Bastiaansen dan ook veeleer een poging tot het achteraf nog eens motiveren en wettigen van het opmerkelijke verschijnsel, dat nog onlangs twee leden van zijn fractie zijn terug gekomen op een aanvankelijk door hen in een afdeling ingenomen standpunt. Hij had zich voor wat dat betreft zijn moeite kunnen sparen, omdat dit punt nimmer, althans mijnerzijds, ook maar enigs zins in twijfel is getrokken. Ik zou nog wel gaarne van de fractievoorzitter van de K.V.P. willen vernemen of hij ook akkoord is met de opvatting dat elk lid van een afdeling zich zijn stem mag voorbehouden en hoe hij dan vindt dat toch geadviseerd moet worden indien alle of de overgrote meerderheid van een commissie zulks zouden besluiten. Met de opvattingen dat iets hetwelk in de afdelingen is behan deld daarna niet ook nog eens uitvoerig in de raad behandeld dient te worden ga ik akkoord voor zover daardoor de openbaarheid en als gevolg daarvan het algemeen belang niet worden geschaad. Dit zou onder omstandigheden het geval kunnen zijn en dan verschil ik dus op dit punt met de fractie-voorzitter van de K.V.P. van mening. Dat de pers na de raad moet worden ingelicht lijkt mij een zo van zelfsprekende zaak bij een juiste erkenning van de plaats van de raad in het gemeentebestuur dat ik ook daar het volledig mede eens kan zijn. Tenslotte kom ik dan bij mijn beantwoording van de fractie-voor zitter van de K.V.P. tot het punt waarvan De Stem met grote let ters schrijft: „Fractievoorzitter K.V.P. stelt met nadruk principiële punten". Men zou geneigd zijn zonder beter te weten te zeggen: dat is nog al wat. Het is toch maar goed dat er christenen in de raad zitten waardoor voorkomen wordt dat het heidendom in Breda voet wint. Dat het in deze gedachtengang en ook in die van de heer Bastiaan sen blijkens zijn herhaaldelijk in deze raad aan de Prot. Chr. groe pering gegeven schouderklopjes zonder meer vaststaat dat deze uitsluitend te vinden zijn in de confessionele partijen spreekt van zelf. Het lijkt mij echter een arm christendom dat voor zijn verde diging afhankelijk zou zijn van de overheid. Dit spreekt nog duidelijk als men nagaat welke principiële pun ten door de fractievoorzitter van de K.V.P. dan wel allemaal zijn gesteld. Gehuwde vrouw. Het kan de fractievoorzitter van de K.V.P. bekend zijn dat ten aanzien daarvan onder zijn eigen geloofsgenoten geheel verschillend wordt gedacht. Principieel punt? Humanitas. Dit is inderdaad een principieel punt evenals trou wens het voorgaande, maar dan in een andere dan door de heer Bastiaansen, zowel als De Stem, bedoelde zin. Dit handelt nl. over de rechten van de minderheidsgroeperingen, t.o.v. de overheid en in hoeverre dankzij de confessionele partijen aan deze rechten wordt tekort gedaan. Principe-kwestie in die zin, dat alle christenen hier over gelijk zouden moeten denken? Zelfs de heer Bastiaansen zou dit niet willen volhouden. Bijzonder onderwijs op technische scholen. „Principe-kwestie"? Laat de heer Bastiaansen eens aantonen waar en door wie in deze raad ooit de gedachte van de onderwijspacificatie is aangevallen. Wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 103