104
16 JANUARI 1958
is in deze raad de vraag opgeworpen of het algemeen vormend onder
wijs een zo belangrijk onderdeel vormde van het hoger technisch
onderwijs dat, mede gelet op het toch al volkomen katholieke karak
ter van de bestaande gemeentelijke lagere technische school, het
gewenst was daarnaast bijzondere lagere technische scholen te gaan
oprichten om die reden. Ik vind niet, ook al is dan volgens de opvat
tingen van de heer Bastiaansen 85 van de Bredase bevolking het
met hem eens overigens een knappe prestatie om dit zo maar te
weten als men nagaat, dat bij de laatste verkiezingen onze partij
26,5 van het aantal stemmen op zich verenigde en toch ook de
V.V.D. nog wel enkele stemmen heeft gekregen. Ik meen te betwij
felen of deze kiezers er van gediend zullen zijn dat de heer Bas
tiaansen zich opwerpt als vertolker van hun opvattingen. Enige cor
rectie van de door hem genoemde 85 lijkt mij i.v.m. de eerlijkheid
wel gewenst. Hij mag dan mijnerzijds de percentages van K.L.N. en
K.N.P. bij dat van zijn partij optellen.
Ik vind het prettig te hebben mogen vernemen dat ook de heer
Bastiaansen aandringt op een zo spoedig mogelijke tot standkoming
van het hoogspoor; een wens welke mijnerzijds in het verleden reeds
bij herhaling werd uitgesproken. Ik geloof echter, dat b. en w. inder
daad daaraan doen wat onder de bestaande omstandigheden daaraan
gedaan kan worden.
Met de heer Bastiaansen ben ik verheugd dat de verscheidenheid
in katholieke partijen in deze raad blijkbaar in de volgende raad zal
worden opgeheven. Het is voor buitenstaanders wel eens aardig en
ook wel leerzaam op deze wijze kennis te mogen nemen van stre
vingen en beweegredenen binnen deze confessionele groepen, meestal
omdat daarbij dikwijls naar voren komt, dat het meer een kwestie
is van persoonlijke strevingen en belangen, welke daarbij naar voren
komen dan wel verschillen van inzicht in het politieke vlak, omdat
nu eenmaal gegeven het karakter van confessionele partijen zoals
ik dit in eerste instantie heb geschetst, het mogelijk is daarvan lid
te zijn vanaf uiterst rechts, groep Weiter, Lucassen, tot aan de
K.A.B. toe.
Bij het pleidooi van de heer Cosijn voor schadeloosstelling van
huurders van winkelpanden, indien deze moeten worden ontruimd,
kan ik mij uiteraard aansluiten. Ik meen echter, dat dit in Breda
al bestaat en nog in de laatste vergadering nam de raad twee be
slissingen daarop betrekking hebbende, waarbij naar mijn persoon
lijke opvatting de vastgestelde bedragen echt niet aan de lage kant
waren. Wij moeten trachten aan beide zijden de redelijkheid in het
oog te houden.
De heer Minderhoud heeft gemeend te moeten fulmineren tegen
over de nalatige en schuldige landsregering die er dan toch maar
de schuld van is dat wij als gemeenten zo in de moeilijkheden zitten.
„Regeren is vooruitzien", zo zegt hij, en de regering had de con
sumptie maar eerder moeten afremmen. „Al die luxe zoals brom
fietsen, televisies, radio's, fout, volkomen uit den boze". De heer
Minderhoud schijnt niet te bevroeden van welke betekenis de door
hem genoemde sector is in het totaalbeeld ten opzichte van de
sector van de investeringen. Vandaar dat hij nu dus achteraf komt
vragen of een verhoging van rond 150.000,— voor subsidies nu
wel nodig was. „Wij zullen toch mogelijk iets moeten beknibbelen
op subsidies", stelt hij. Zijns inziens wordt er maar veel te gemak
kelijk subsidie verleend voor alle mogelijke hobbies op kosten van
de overheid.
Het doet enigszins eigenaardig aan dit thans te moeten vernemen