122
16 JANUARI 1958
voorziening in de onrendabele gebieden nog eens wil bezien. De heer
Brinkerhof heeft gesproken over koeien, maar er wonen nog mensen
ook, waarbij doktoren soms onder moeilijke omstandigheden moeten
helpen.
De heer WEZENBEEK vraagt nogmaals of het mogelijk is, de
bouw van het trafostation, waartoe het laatst is besloten het eerst
tot uitvoering te brengen. De urgentie van het trafostation aan de
Markendaalseweg is urgenter dan dat van de Akkerstraat.
De heer MENDES zegt, dat het schriftelijk antwoord van burge
meester en wethouders, noch het mondeling antwoord van de wet
houder hem bevredigd heeft.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat het risico van eventuele onge
lukken in onverlichte stegen, welke geen eigendom van de gemeente
zijn, niet op de gemeente rust. Hierover is ook in vroegere jaren
reeds uitvoerig gesproken. Het college heeft altijd op dit standpunt
gestaan. Spreker heeft met diverse eigenaren van steegjes gesprek
ken gehad, doch deze voelden er niet veel voor te betalen voor de
aanleg van verlichting. De gemeente koopt in verband met de sane
ring langzamerhand verschillende van zulke sloppen, zodat hier ge
leidelijk enige verbetering komt. Spreker wil de heer Van Boxtel
in overweging geven hem bepaalde namen van stegen door te geven,
dan kunnen burgemeester en wethouders eens zien wat er aan te
doen is. De heer Brinkerhof wil spreker er op wijzen, dat door de
eeuwen heen het kalveren van koeien heeft plaats gehad in niet elek
trisch verlichte stallen. Men gebruikt dan de zgn. stallantaarns,
welke speciaal zijn geconstrueerd.
Diverse boeren, ook in de Rith, hebben zich bereid verklaard de
gleuven te graven voor de aanleg van elektriciteitskabels. Voor de
betaling van de overige kosten voelden zij echter niets. De gemeente
kan echter ook niet verder gaan. Ook is getracht voor gezamenlijke
rekening der boeren tot aansluiting te komen. Er waren echter steeds
een of meer belanghebbenden, die niet mee wilden werken, zodat
zulk een plan niet door kon gaan.
Wat de bouw van de trafostations betreft merkt spreker op, dat
dat station, hetwelk het hardst nodig is, voorrang zal verkrijgen.
Hierna wordt de begroting voor het elektriciteitsbedrijf vastge
steld.
De VOORZITTER stelt aan de orde het gasbedrijf.
De heer WEZENBEEK zegt het volgende.
Mijnheer de voorzitter,
In de memorie van antwoord schrijft Uw college: „Overeenkomstig
de resultaten bij gemeentelijke verhuur in andere plaatsen zouden
in Breda ongeveer 15.000 huurgeisers moeten voorkomen; volgens
een ruime schatting zijn er dit thans 5.000, met inbegrip van de door
het bedrijf en door het woningbedrijf verhuurde toestellen; gemeen
telijke bemoeiing schijnt de plaatsing van deze toestellen meer te
bevorderen dan de activiteiten der particuliere installateurs. Als hier
van een „overgenomen taak der gemeente" wordt gesproken, zou in
dit verband het vermoeden van onvoldoende activiteit kunnen wor
den geconstateerd.
Voor zover ons college bekend is verhuurt de maatschap van in
stallateurs geen Fasto-apparaten meer".