12
8 JANUARI 1958
op de opmerkingen van de leden van de raad over het voorliggende
uitbreidingsplan, eerst dit plan te bespreken, zoals dit in het gemeentelijk
bestek thuis hoort.
Met het plan in hoofdzaken wordt bedoeld een structuurplan op
lange termijn. Het plan is de beleidslijn voor burgemeester en wethou
ders en bovendien zullen belanghebbende particulieren, grondbezitters,
boeren en tuinders er rekening mede kunnen houden.
Het plan wil zijn een hoofdlijnenplan, vooral in het landelijk gebied.
De raad krijgt gelegenheid de plannen in onderdelen te regelen, hetgeen
vooral voor het woongebied wordt verfijnd door deze plannen in onder
delen.
Tenslotte zal het mogelijk zijn het plan periodiek te herzien. Het zal
hierdoor mogelijk zijn nieuwe ontwikkelingen van stad en land, wegen
en waterwegen en nieuwe stedebouwkundige inzichten in het plan te
verwerken.
Thans zal bij de raad de vraag rijzen: Hoe staat het in Breda met het
hoofdzakenplan
Oud-Breda had een hoof dzakenplan van 1929 zgn. het plan Schaap.
Ginneken en Princenhage hadden een hoofdzakenplan en tevens een plan
in onderdelen van 1938 en van Teteringen dateerden deze plannen van
1940. Na de grenswijziging van 1 januari 1942 zijn de woongebieden
van de geannexeerde gebieden in diverse onderdelen-plannen van Breda
verwerkt. Voor het landelijk gebied bleven de oude plannen van kracht.
Voor dit landelijk gebied is een herziening dringend nodig, omdat
door dit gebied rijkswegen zijn getrokken en daardoor de omstandigheden
zijn gewijzigd. De stedebouwkundige inzichten zijn eveneens veranderd.
De lintbebouwing in het gebied Princenhage wordt niet meer wenselijk
geacht. Burgemeester en wethouders kwamen tot de conclusie, dat deze
aangelegenheid alleen voor Breda niet verantwoord kon worden aange
pakt. Overleg met omringende gemeenten bleek daarom nodig over het
te verwachten bevolkingsaccres en de streek, over de nieuwe rijks
wegenplannen en gemeentelijke hoofdverbindingslijnen. Bovendien speelt
zich in de land- en tuinbouwsector een groot ontwikkelingsproces af.
De gehele streek werkt aan een structuurplan en ook de gemeenten
Etten-Leur en Oosterhout tonen zeer veel begrip voor overleg.
Dit alles heeft geleid tot het plan in hoofdzaken dat thans aan de
raad wordt voorgelegd. Dit plan past in het structuurplan van de om
streken en een voorlopige overeenstemming is met de omliggende ge
meenten hierover bereikt.
Spreker is van mening, dat openbare discussie in de raadsvergadering
zeer nuttig is. Te gemakkelijk wordt een tegenstelling van belangen
tussen stad en platteland, tussen boer en burger gesuggereerd. De afge
lopen weken was dit te lezen in publikaties van sommige week- en
dagbladen. Zo heeft men uit de publikaties kunnen lezen, dat de ge
meente Breda te lichtvaardig met de tuindersbelangen zou omspringen,
dat de gemeente Breda het plan onvoldoende zou hebben voorbereid
en dat de gemeente Breda de stedelijke belangen eenzijdig zou be
voordelen.
Hiertegenover wil spreker stellen:
1. dat burgemeester en wethouders het eminent belang van de tuin
bouw voor Breda erkennen. De tuinbouwveiling in Breda accentueert
deze stelling. Bovendien heeft Breda een streekfunctie te vervullen.
2. Tussen boerenstand en stad heeft een wisselwerking plaats. Ze ver
schaffen elkaar recreatie, cultuur en bestaansmogelijkheid en kunnen
elkaar daardoor niet missen.
3. De boerenstand, als stand, is een sterk ras naar lichaam en ziel, die
de stad alleen maar kan versterken.
4. Burgemeester en wethouders hebben de belangen nauwkeurig bestu-