'130 17 JANUARI 1958 le wijziging van de begroting van de bank voor het dienstjaar 1958 geeft dan ook aan, dat op de personeelslasten een flinke bezuiniging zal worden toegepast, door overplaatsing van personeel naar andere diensten. Toch mijnheer de voorzitter, blijven er voor mij nog enkele vragen bestaan en wel le zou ik gaarne vernemen hoeveel functionarissen zijn overge plaatst en welke rang of functie deze hadden en 2e vraag ik mij af of naast deze bezuiniging op personeelslasten niet nog op andere posten zou kunnen worden bezuinigd; ik denk hierbij aan de huur en de kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden van het gebouw. Deze zouden mogelijk kunnen ver minderen, wanneer de bank zou kunnen worden verplaatst naar een minder groot gebouw, hetgeen gezien de personeelssterkte meer passend zou kunnen worden genoemd. Een groot gebouw is mooi, maar het moet betaald kunnen worden; 3e vraag ik mij af, of door de voorgenomen en in de le wijziging van de begroting aangegeven vermindering van lasten inderdaad een vrijwel sluitende exploitatie zal worden verkregen. Burge meester en wethouders gaan immers uit van een kredietverlening tot een bedrag van 850.000,terwijl Uw college volgens Uw antwoord in de onzekerheid verkeert omtrent het blijven voort bestaan van het financieringsinstituut; het zal dus een zeer grote vraag blijven of inderdaad genoemd bedrag zal kunnen worden bereikt; is dit niet zo, dan zal weer een beduidend exploitatie tekort ontstaan. Mijnheer de voorzitter, gezien het doel van de kredietbank, is het naar mijn mening noodzakelijk, door zo ver mogelijk door te voeren vermindering van lasten te komen tot een overschot op de exploita tie, waardoor de mogelijkheid zal ontstaan om tot tariefsverlaging over te gaan, hetgeen juist ten goede zal komen aan die categorie van de bevolking, welke noodgedwongen gebruik moet maken van de door de bank te verstrekken kredieten. Ik wil U dan ook met klem verzoeken, mijnheer de voorzitter, om geen enkele gelegenheid tot bezuiniging op de lasten van de bank, ongebruikt te laten voorbij gaan. De heer VERMEULEN deelt mede, dat destijds op zijn verzoek de commissie ad hoe voor de kredietbank is ingesteld. In de situatie zoals thans door de heer Kramers is geschilderd kan het volgens hem zin en betekenis hebben deze commissie bijeen te roepen en deze drastische wijzigingen in deze commissie te bespreken. Het komt spreker voor, dat het beter is deze commissie bij de voor lichting aan de raad in te schakelen, dan dit soort discussies in de raad. Spreker heeft bij geruchte iets over een reorganisatie bij de bank vernomen. De commissie ad hoe sluimert en spreker dringt er op aan de commissie te doen herleven en de reorganisatie daarin te bespreken. Wethouder MEIJS zegt, dat door de reorganisatieplannen het te kort op de begroting zal verdwijnen. Op de vraag van de heer Kra mers hoeveel personen er overgeplaatst worden kan spreker geen antwoord geven. Het is in ieder geval zo, dat het door de reorgani satie overtollig geworden personeel in gelijke rang is overgeplaatst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 130