132 17 JANUARI 1958 gesteld voor bepaalde moeilijkheden. De commissie ad hoe moet echter niet via zijpaadjes een vaste afdeling voor de raad worden. Wanneer de gemeenteraad zich met deze zienswijze kan verenigen dan gaan burgemeester en wethouders er mede akkoord, dat wet houder Meijs eens praat met de destijds ingestelde commissie ad hoe voor de kredietbank. Hierna wordt de begroting 1958 van de gemeentelijke kredietbank vastgesteld. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde de begroting voor 1958 van de gemeentelijke hypotheekbank. Zonder beraadslagingen wordt deze begroting vastgesteld. Hierop aansluitend stelt de voorzitter aan de orde de begroting van de gemeentelijke leningsdienst voor 1958. Zonder nadere beraadslagingen wordt deze begroting vastgesteld. Hierna stelt de voorzitter de begroting van de algemene dienst der gemeente voor 1958 hoofdstuksgewijze aan de or HOOFDSTUK I wordt zonder beraadslagingen vastgesteld. HOOFDSTUK II. De heer VAN BIJNEN zegt: Mijnheer de voorzitter, Reeds vele jaren heeft de gemeenteraad, en ik moge U verwijzen naar de notulen van de vergaderingen over vorige gemeentebegrotin gen, Uw college verzocht bij de minister van binnenlandse zaken enz. alles in het werk te stellen om Breda in een hogere gemeenteklasse ingedeeld te krijgen. Tot nu toe is dit naar ik weet ook regelmatig gebeurd en ondanks de klemmende redenen is nog steeds niet aan de wens van Breda voldaan. Onze overwegingen om aan te dringen op een spoedige verbetering in de klasse-indeling zijn nog steeds dezelfde. In de gemeente Breda zijn veel ambtenaren woonachtig en werk zaam, die nu al jaren op een onrechtvaardige manier op hun salaris gekort worden, omdat de rijksoverheid maar niet kan besluiten in deze zaak eindelijk recht te doen. Het is vermoedelijk velen Uwer wel bekend, dat vooral de lager gesalarieerde ambtenaren en gemeen tewerklieden hiervan de dupe zijn, doch tevens zij er op gewezen, dat deze achterstand van de gemeente Breda zijn uitwerking even zeer heeft op de collectieve arbeidsovereenkomsten in diverse be drijfstakken. Ook daar wordt Breda, tengevolge van het voorbeeld van de rijksoverheid te laag geclassificeerd. Dit had voor de stijgende werkloosheid tot gevolg, dat Breda goede arbeidskrachten moest missen, die naar elders gingen, omdat de werkgever hier geen hoger loon kon geven en elders wel. Het werkte de pendel in de hand met alle ongezonde toestanden als gevolg. Het is te hopen, dat de werkloosheid niet doorzet en het is een gelukkig verschijnsel dat Breda hierover nog geen ernstige klachten heeft, doch ik meen, dat de werkloosheid op de pendelaars het eerst zijn invloed zal doen gelden met als gevolg, dat Breda deze na de werk loosheidsuitkeringsperiode tot zijn last zal krijgen. Deze overwegingen zijn voor mij aanleiding U nogmaals met klem te vragen de huidige minister van binnenlandse zaken, bezitsvorming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 132