17 JANUARI 1958
145
dat 2/3 van het aantal woningen volgens de laatste woningtelling
niet over een badgelegenheid beschikt, afgezien nog van het aantal
inwoningen. Bovendien wordt geantwoord dat het badhuis niet ten
volle wordt gebruikt en dat in een nieuwe wijk een badhuis geen zin
meer heeft.
Spreker wil niet meer aandringen op de bouw van een tweede bad
huis, doch hij vindt de conclusie in het antwoord onjuist.
De heer WEZENBEEK wenst de woorden van de heer Van den
Eeden gaarne te steunen om de volksbadplaats te sluiten en op te
heffen en de tarieven van „Het Ei" aan een maximumprijs te onder
werpen. De gestelde vraag over de organisatie van de badgelegenheid
is volgens sprekers mening niet beantwoord.
Het ombouwen van de zweminrichting „Het Ei" tot een circulatie-
bad zal vermoedelijk nog vele jaren duren. De zweminrichting heeft
thans een natuurbron met weliswaar een grote capaciteit, doch de
waterverversing is niet voldoende. Spreker vraagt of het niet moge
lijk is dit bad te laten betegelen.
De heer MENDES zegt dat op pagina 16 van het centraal rapport
een groot aantal vragen zijn gesteld over de zweminrichting „Het
Ei". Het antwoord van burgemeester en wethouders bestaat uit 2
regels. Spreker vindt dit niet erg vriendelijk. Het enige wat wordt
medegedeeld is, dat binnenkort een afzonderlijk voorstel kan worden
verwacht. Spreker had het ten opzichte van de raad juister gevonden
indien in het antwoord reeds enige vragen waren beantwoord. Thans
tast de raad volkomen in het duister.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat zijn gestelde vraag bij de
behandeling van de begroting van het elektriciteitsbedrijf over de
meterhuren behoorde bij het waterleidingbedrijf. Spreker heeft zich
hiermede vergist.
De heer VAN BOXTEL deelt mede, dat het door de heer Rattink
te berde gebracht probleem ook hem in hoge mate interesseert. Hij
heeft nog geen uitgesproken mening, doch is het met de heer Rat
tink eens, dat 1% jaar voorbereiding lang genoeg is. Spreker is be
nieuwd naar het antwoord van de wethouder. In het antwoord staat
vermeld, dat de gemiddelde tijd tussen het moment van waarschu
wing en de komst van de ambulancewagen op de plaats van het on
geval, burgemeester en wethouders niet bekend is, doch insiders
hebben spreker medegedeeld, dat de politie deze tijd wel registreert.
Het is waardevol om dit te weten.
Mej. t' SAS zegt, dat het bekend is, dat uitbreiding van de zwem-
gelegenheid dringend nodig is. De wethouder heeft vorig jaar bij de
begrotingsdebatten toegezegd, dat hierover raadsvoorstellen zouden
worden gedaan. Tot op heden is er nog geen antwoord gegeven op
de destijds door haar gestelde vraag.
De heer VERHAAK had liever het antwoord van de wethouder op
de vraag van de heer Rattink afgewacht. Maar omdat de heer Rat
tink stelt, dat het de gemeente moet zijn, die het gewondenvervoer
ter hand moet nemen wil hij toch nu reeds zijn visie op dit probleem
geven. Er zijn ook andere mogelijkheden. Er zijn plaatsen waar de
kruisverenigingen, de ziekenhuizen of de ziekenfondsen dit vervoer
verzorgen. Het behoeft geen gemeentelijke dienst te zijn, mits men
een goede regeling heeft met goed materiaal en goed personeel.
Spreker is van mening, dat men in Breda tevreden kan zijn. De