154
17 JANUARI 1958
uit krotwoningen komen. Spreker wijst er op, dat er dan toch een
bepaalde stempel op een dergelijk complex zal drukken. Deze fac
toren zal men toch ook in ogenschouw moeten nemen. Spreker zegt
toe, na te gaan of er iets zou kunnen gebeuren in deze geest, doch
merkt nog op, dat getracht moet worden deze mensen een betere
woning te verschaffen.
Vervolgens heeft de heer Brinkerhof gevraagd hoe het staat met
de bouwverenigingen. In 1958, zegt spreker, zullen de woningbouw
verenigingen niet veel kans hebben woningwetwoningen te bouwen.
Over de vraag of de thans in aanbouw zijnde woningwetwoningen
kunnen worden overgedragen aan de bouwverenigingen, is momen
teel nog geen beslissing genomen. Burgemeester en wethouders zul
len dit vraagstuk nog bestuderen. Overdracht van de woningen voor
het beheren zou naar sprekers mening mogelijk zijn. De bouwvereni
gingen wensen echter juist zelf woningen te bouwen. Dit is echter de
moeilijkheid, omdat thans de omstandigheden zo zijn, dat het bouwen
van afzonderlijke kleine complexen te duur is. Door het toepassen
van systeem- en continubouw is het thans slechts mogelijk de wo
ningbouw voortgang te doen vinden. Wellicht zal door de kentering
van deze tijd het mogelijk worden ook kleine complexen te gaan
bouwen.
Spreker herinnert de raad er aan, dat zij j.l. woensdag medewer
king heeft verleend aan een plan om de woonruimte te verkleinen.
Hierdoor zullen deze woningen niet zo duur zijn. In dit Blauwe Kei
complex is blijkens ontvangen rapport van openbare werken momen
teel door 14 bouwers reeds grond te koop gevraagd. Spreker is daar
om niet al te pessimistisch ten aanzien van de toestand in de bouw
wereld. Deze woningen zullen een kostprijs van 19.000,niet te
boven gaan. De rijkspremie is tot 125 verhoogd. De eerste beschik
kingen van het ministerie zijn reeds afgekomen. Bovendien is er een
wijziging in de premiebeschikking gekomen, waardoor niet de bou
wer, doch de eerste bewoner de premie ontvangt. De bouwsom moet
dus ten volle aan de aannemer worden betaald. Deze factor is wel
licht van invloed op de koopsom van een nieuwbouwwoning. In de
praktijk is gebleken, dat de koopsom steeg naar mate meer woningen
in een complex werden verkocht. Dit is natuurlijk het goede recht
van de bouwondernemer, doch het is de plicht van het gemeentebe
stuur te trachten zo goedkoop mogelijk woningen ter beschikking
te kunnen stellen. Spreker verwacht, dat er weliswaar een daling der
bouwkosten zal plaats hebben, maar waarschuwt voor een optimisme
alsof hierin de oplossing van de woningnood zou kunnen worden ge
vonden.
De bouwverenigingen hebben de aandacht van burgemeester en
wethouders. Er zal worden bestudeerd wat kan worden gedaan,
vooral ten opzichte van de nieuwe complexen.
Wethouder ROMSOM merkt op, dat het aantal inwonende gezin
nen erg wisselend is. Op 30 juni 1956 bedroeg dit 2172. Jaarlijks
trouwen er 800 paartjes. 85% vinden zonder het woningnoodbureau
woonruimte. Deze 85 zijn echter over enige jaren uit deze ruimte
gegroeid en moeten wederom aan woonruimte geholpen worden. Toch
daalt het aantal ingeschrevenen bij het woningnoodbureau. Op 1
oktober 1957 waren dit 2961 ingeschrevenen, op 1 november 2884, op
1 december 2747 en op 1 januari 1958 2623. Ofschoon dit toch wel een
aanmerkelijke vermindering te zien geeft, heeft hij evenals wethou
der Jongbloed geen illusie, dat dit zal voortduren. De kans, dat dit
jaar wederom het aantal ingeschrevenen bij het woningnoodbureau
zal stijgen is volgens sprekers mening zeer groot. In 1957 zijn vele