172
17 JANUARI 1958
opvatting heeft, erg cru. Het is niet zo, dat zijn fractie elk subsidie
zou willen afwijzen. Spreker is er van overtuigd, dat de cultuur een
zeer hoog goed is; de overheid moet terzake veel doen. Zijn fractie
werkt dan ook zeer gaarne mede om het culturele leven in De
Beyerd te stimuleren. Niet omdat de overheid zelf cultuur zou moe
ten bedrijven. Hij wil daartegen waarschuwen. Het verloop in De
Beyerd geeft daar geen aanleiding toe; hij is het met de gang van
zaken daar volkomen eens. De cultuurbeoefening moet door de over
heid worden gesteund. Indien iemand dit standpunt conservatief wil
noemen, dan blijft de uitlating alleen voor degene, die haar gesteld
heeft.
Van socialistische zijde is beweerd, dat dit verkiezingspropaganda
zou zijn. Dit woord is door hem niet gebruikt, evenmin is zijn inge
nomen standpunt zo bedoeld. Het is zo, dat degene, die veel belooft,
aan verkiezingspropaganda doet. Het is een durf om te zeggen, dat
de overheid moet gaan verminderen. De gemeente is op dit stuk
vrijwel autonoom.
Ten aanzien van de subsidiëring van de jeugdzorg hebben gede
puteerde staten gezegd: „tot hier en niet hoger subsidiëren". De
gemeente moet volgens spreker terzake zelf een norm aanhouden en
oppassen dat een dergelijk „halt toeroepen" door een hoger orgaan
niet meer gebeurt. Dit is geen conservatisme of geestelijke armoede.
Ten aanzien van volgno. 578d denkt spreker wel de stem te zijn
van een roepende in de woestijn. Het past volgens hem niet om ple
zier te maken op kosten van de overheid. Overigens is carnaval
vieren helemaal geen cultuur. Hij heeft regelmatig zijn stem tegen
dit subsidie gegeven. Hij verzoekt dan ook dit jaar wederom aan
tekening, dat hij geacht wordt tegen de subsidieverlening aan de
Bredase Carnavalsvereniging te hebben gestemd.
De lichamelijke opvoeding buiten schoolverband is zeer belangrijk.
Post 608 wordt ten opzichte van 1957 aanmerkelijk verhoogd. Spre
ker vraagt of dit wel nodig en verantwoord is. Hij kan dit niet be
oordelen. Eindhoven geeft inderdaad terzake veel meer uit, maar
men dient dan voorop te stellen, dat die gemeente een sluitende
begroting heeft.
Spreker wil de raad waarschuwen om niet te ver te gaan met het
verlenen van subsidies. Juist nu in deze tijd moet het particulier
initiatief veel meer offers brengen. De particuliere initiatieven moe
ten niet al te gemakkelijk tegen de overheid aanleunen.
De heer TOXOPEUS wil zich niet mengen in de vraag of de
fractie aan zijn rechterzijde aan geestelijke armoede lijdt. Hij is blij,
dat zijn fractie niets is verweten. Spreker vindt de subsidiëring een
buitengewoon moeilijke zaak. Waar ligt de grens van subsidiëren?
De heer Mendes heeft betoogd, dat nauwelijks ver genoeg kan wor
den gegaan; alle verzorgingen ook deze moeten zo goed mogelijk
door de gemeente plaats vinden. De verhoging van het subsidie aan
Het Zuidelijk Toneel is volgens spreker niet in strijd met de beste
dingsbeperking. Alleen de hoge kosten van Het Zuidelijk Toneel
worden gedekt. De vergelijking met de landspolitiek nl. dat het rijk
ook haar subsidie had verhoogd, acht spreker hier niet op haar
plaats. Hij kan het in deze niet met de heer Mendes eens zijn. Of
het rijk nu al of niet verhoogt, dat is niet van invloed op de ge
meentebegroting van Breda. Hij heeft diverse sprekers aangehoord.
Er is gezegd dat er geen subsidie-normen zijn. Ook de heer Nieuw-
laat heeft op zijn eigen wijze naar normen voor de subsidiëring van
uitvoeringen gevraagd. Hoe moet gesubsidieerd worden, naar de