12 FEBRUARI 1958
201
Wethouder STUBENROUCH moet het antwoord hierop schuldig blij
ven. Hij kan zich niet voorstellen dat deze verklaringen niet zijn over
gelegd.
De VOORZITTER zegt, dat de sollicitanten de genoemde verklaringen
bij hun sollicitatie hebben overgelegd.
De heer RATTINK merkt op, dat de raad moet benoemen en dat de
raad dus ook zal moeten weten of de sollicitanten aan de in de wet
gestelde eisen voldoen.
De VOORZITTER vraagt of de heer Rattink genoegen kan nemen
met de verklaring van burgemeester en wethouders dat de op de aan
beveling vermelde sollicitanten voldoen aan de in de wet gestelde eisen
voor benoembaarheid.
De heer RATTINK gaat hiermede akkoord, doch verzoekt in het ver
volg de verklaringen bij de stukken over te leggen.
Wethouder STUBENROUCH zegt dit toe.
Uit de gehouden stemming blijkt dat 34 geldige stemmen zijn
uitgebracht, waarvan 28 op mejuffrouw E. H. A. M. Sutorius,
3 op mejufforuw J. G. M. van Oosterum en 3 op mejuffrouw
F. J. M. Daverveldt, zodat mejuffrouw E. H. A. M. Sutorius te
Leiden is benoemd.
16. Verhoging krediet restauratie Grote Toren.
De VOORZITTER wenst dit voorstel even toe te lichten. Het betreft
de verhoging van het totaal bedrag wat voor de restauratie van de grote
toren tot en met de 2e etappe nodig is. Deze restauratie strekt zich uit
over verschillende jaren.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
17. Krediet voor voltooiing diverse sportcomplexen.
De heer RATTINK zegt, dat bij het voorstel van burgemeester en
wethouders van 9 maart 1955 aan de raad een krediet werd gevraagd tot
een bedrag van 562.000,Bij dit voorstel was een toelichting gevoegd,
waarop de onderverdeling van dit bedrag was vermeld. Voor het sport
terrein aan de Dr. Schaepmanlaan was een bedrag van 130.000,
uitgetrokken. De aanloopbanen, welke zijn aangelegd, waren echter niet
in het krediet begrepen. Naar het gevoel van spreker hadden burgemees
ter en wethouders, voordat tot de aanleg van de aanloopbanen werd
overgegaan, een krediet moeten vragen aan de raad. Het verlenen van
kredieten is een bevoegdheid van de raad. Spreker voelt er niet veel
voor om achteraf dit krediet nog goed te keuren.
De heer VAN BOXTEL kan zich verenigen met de opvatting van de
heer Rattink. De raad is thans voor een fait a compli gesteld. Spreker
wil echter de zaak niet zo scherp stellen als de heer Rattink en wil zijn
steun geven aan het voorstel van burgemeester en wethouders. In de
memorie van toelichting is volgens spreker een fout gemaakt. Voor het
terrein aan de Talmastraat staat vermeld 2700 m2 ad 1,80. Waarschijn
lijk zal dit 27000 m2 ad 1,80 of 2700 m2 ad 18,— moeten zijn.