204
12 FEBRUARI 1958
De heer KRAMERS is er geen voorstander van de tariefstelling onder
goedkeuring van burgemeester en wethouders te doen geschieden. Uit
het voorstel van burgemeester en wethouders is gebleken dat de exploi
tant in het verleden geen aanleiding tot kritiek heeft gegeven inzake
zijn tarievenpolitiek. Bovendien is er de concurrentie van omliggende
baden en de toestand van het bad zelf, die in voldoende mate tot beper
king in de hoogte van het tarief blijft dwingen. Het is voor een zaken
man nooit prettig indien de gemeente inzage van zijn cijfers moet
hebben.
De heer TOXOPEUS is ook geen voorstander van tariefsbemoeiing
door de gemeente. Spreker is van oordeel dat de raad er zich niet mee
moet bemoeien. Er zijn 37 raadsleden. Dit zal leiden tot lange en vruch
teloze debatten. Het is volgens spreker niet mogelijk een huur te vragen,
die de kosten van de gemeente dekt, doch men moet niet uit het oog
verliezen, dat de gemeente daarvoor ook een zwembad heeft, gelegen
midden in de gemeente. De exploitant heeft de risico's van de exploitatie
en hem komt dus een behoorlijke winst toe.
Spreker zal gaarne het voorstel van burgemeester en wethouders
steunen.
Mevrouw VAN MIERLO sluit zich aan bij de woorden, gesproken door
de heer Toxopeus. Zij is van mening, dat de gemeente de exploitant de
nodige vrijheid moet laten.
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat door de leden van de raad
twee belangrijke zaken naar voren zijn gebracht nl. Ie. de huurvergoe-
ding en 2e. de tariefstelling onder goedkeuring van burgemeester en
wethouders. Spreker wil allereerst onder de aandacht van de raad bren
gen dat er plannen zijn die de zwemsituatie in Breda geheel zullen
wijzigen. Hij wil daarom niet op deze gewijzigde situatie vooruit lopen.
Indien de voorgenomen plannen zijn verwezenlijkt, dan kan de situatie
voor de zweminrichting „Het Ei" opnieuw bekeken worden.
Spreker deelt mede, dat hedenmorgen van gedeputeerde staten bericht
is ontvangen dat het krediet voor de voorbereidingskosten van Wolfslaer
tot een bedrag van 25.000,— is goedgekeurd. Hierdoor is de basis ge
legd voor een verder uitwerken van de plannen, die aan de raad tijdens
een informatieve vergadering in hoofdzaken zijn voorgelegd.
Door alle sprekers zijn twee zaken genoemd, nl.
1. door burgemeester en wethouders wordt gesteld dat de door de
exploitant gemaakte winsten niet exorbitant hoog zijn, doch de raad
wil dit zelf constateren, en
2. bemoeienis van burgemeester en wethouders met de tarieven.
Spreker deelt mede, dat burgemeester en wethouders onderzocht heb
ben of de winsten van de exploitant te hoog waren en zij zijn tot de
conclusie gekomen dat het niet nodig is „een vinger in de pap" te hou
den. Het is zeer moeilijk om in sportzaken een kostprijsberekening te
maken. Hij is van oordeel dat het toeleggen van 16.000,a 17.000,
per jaar door de gemeente op deze tak van sport, die tevens van belang
is voor de volksgezondheid, niet abnormaal veel is. In vergelijking met
andere gemeenten is dit bedrag erg laag. Hij voelt aan dat het voor de
raad erg moeilijk is zonder meer te zeggen: „laten wij het maar doen".
In het grijs verleden is over dit onderwerp reeds een raadscommissie
ingesteld nl. op 14 december 1914. Het is interessant te vernemen dat
in de zweminrichting „Boeimeer" een abonnement 5,kostte, terwijl
thans, meer dan een halve eeuw later, hiervoor 6,wordt gerekend.