226 12 MAART 1958 wijken. Er wordt door de kermis een bepaald saamhorigheidsgevoel gekweekt. De verkeersbelemmering is niet zo erg. Tegen verkorting van de kermis in het centrum heeft spreker niet zo heel veel bezwaar, maar wel de kermisexploitanten en het bedrijfsleven en deze zijn de direct-belanghebbenden. De heer MINDERHOUD zegt, dat men van hem geen pleidooi voor de kermis kan verwachten. Als de verkorting nodig is, welke verkorting spreker ziet als een aanloop tot algehele opheffing, dan zou spreker liever de kermissen gesteld zien op woensdag tot en met zondag. Wethouder MEIJS zegt, dat er wel en niet contact is geweest met de kermisexploitanten. De laatste weken is er inderdaad geen contact meer geweest. Er is wel in het verleden meerdere malen contact geweest. Het standpunt van de kermisexploitanten was steeds: de kermissen on verkort handhaven. Er was voor spreker geen reden te veronderstellen, dat zij andere gedachten zouden hebben. Men moet niet uit het oog verliezen, dat Breda 20 kermisdagen heeft, hetgeen een overblijfsel is van de oude toestand. In het verleden is geprobeerd een synchronisatie van de kermissen te verkrijgen, doch dit is niet gelukt. Ook het verleggen van het zwaartepunt der kermissen naar Ginneken en Princenhage is niet mogelijk gebleken, omdat men meent dat het publiek toch naar het centrum zal gaan en daarom was de middenstand van Ginneken en Princenhage tegen het voorstel. De exploitanten hebben liever drie kermissen dan een. Dat Amsterdam 50 kermisdagen heeft zegt spreker niets, omdat deze kermissen over diverse punten in de stad verspreid zijn. De kermis heeft daar niet dezelfde betekenis als hier. In Breda is het altijd gewoonte geweest dat in de gehele stad de winkels tijdens de kermis open mogen zijn. Er is opgemerkt, dat het beter is de kermis sen te laten uitsterven, dan is het nog tijd genoeg om besluiten te nemen. Dat de kermis uitsterft is duidelijk merkbaar in Ginneken, waar verschil lende exploitanten te vroeg vertrekken en de boete op de koop toe nemen. Met het verkeer moeten burgemeester en wethouders wel reke ning houden. Het college wil zoveel mogelijk aan de bezwaren tegen b.v. het verleggen van de busroutes tegemoetkomen. Gebleken is, dat de kermisexploitanten akkoord gaan met een inkorting van de Ginnekense kermis. Spreker gelooft dat inkorting van deze kermis een welkome sanctionering is van de houding der kermisexploitanten. Dit voorstel van burgemeester en wethouders is behandeld als andere agendapunten. Dat burgemeester en wethouders spoediger met dit voorstel zijn geko men, omdat een bepaalde fractievoorzitter het verzoek ter tafel heeft gebracht, moet spreker beslist ontkennen. Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat dit voorstel thans moest worden gedaan, omdat de verpachting van de standplaatsen van de kermis in Ginneken anders in het gedrang zou komen. De heer Vermeulen heeft gewezen op de tegenstelling tussen ver schillende passages in het voorstel van burgemeester en wethouders. Het is echter een feit, dat er zoveel andere gelegenheden zijn om geld uit te geven, dat de kermis niet nodig is. Als men beziet, hoe de lcermis- uitgaven worden gefinancierd, dan merkt men, dat dit gebeurt door het gebruiken van het geld, dat voor bakker, slager en kruidenier bestemd is. De jeugd moet voor de kermis geld hebben en de ouders zijn niet altijd wijs en sterk genoeg om dit slechts naar mate van hun portemon- naie te geven. Spreker erkent, dat de kermis een oud volksgebruik is; daarom doen burgemeester en wethouders geen voorstel tot afschaffing, doch wel tot beperking. Het bedrijfsleven heeft inderdaad veel bezwa ren. In een van de bezwaarschriften is zelfs sprekers naam genoemd. Bij de laatste bespreking met de Horeca is echter gebleken, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 226