12 MAART 1958 233 'i: :prrr i De VOORZITTER merkt op, dat de heer Den Engelsen met de grond kan doen wat hij wil, mits hij blijft binnen de grenzen, gesteld door wet en verordening. i Hierna wordt het voorstel aangenomen. r 32. Toekenning schadevergoedingen. De heer RATTINK zegt, dat hij de gedachtengang van burgemeester en wethouders toen zij meenden, dat het stukje grond, dat de heer Kamp in gebruik had, vrij van pacht was na de uit de pachtneming en aankoop van grond aan de Valkenierslaan en Boeimeer, goed kan volgen. Dat aan Kamp nu weer een- schadevergoeding moet worden toegekend wil er bij spreker nog niet in. De vraag rijst'wanneer de gemeente de grond in eigendom heeft verkregen en of de grond nog geen eigendom was, toen Kamp deze weer opnieuw bemestte en inzaaide. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat het hier een terreintje betreft gelegen achter de Zandbergweg, dat de gemeente van de heer Van Bilsen heeft gekocht. Dit terreintje is na de aankoop gedeeltelijk ver huurd aan het jeugdwerk van de H. Hartparochie. De gemeente veron derstelde toen, dat dit terreintje vrij van pacht was. Later bleek, dat de heer Kamp het terrein had bemest en bezaaid, doch dat de jeugd dit alles had vernield. Tengevolge hiervan had de heer Kamp wel recht op enige vergoeding. De heer RATTINK merkt op, dat de heer Kamp nog enige jaren pacht had en de conclusie van de gemeente dus voorbarig was. Wethouder JONGBLOED zegt, dat het geval opgelost moest worden De heer Kamp had wel recht op enige schadevergoeding. Hierna wordt het voorstel aanvaard. 33. Begrotingswijzigingen. De heer RATTINK merkt ten aanzien van de 28e begrotingswijziging op, dat deze gebaseerd is op het raadsbesluit dd. 11 juli 1956. Dit besluit is echter geen besluit tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 der lager onderwijswet 1920 doch slechts een principebesluit. De inspec teur kan zich met het voteren van een krediet ad 1.000,verenigen voor het aanbrengen van een ondersteuningsbalk. Spreker zou gaarne enige opheldering ontvangen. Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat het principe-besluit dat de heer Rattink aanhaalt, inhoudt het afstaan van de school aan de Keizerstraat aan de broeders van Huybergen. Dit had echter tot gevolg, dat het gebouw enigszins moest worden opgeknapt. In een volgende vergadering heeft de raad daarom een verbouwingskrediet verleend. De correcties, welke nodig waren, maakten een aanvullend krediet ad 20.000,noodzakelijk. Voor deze correcties is het fiat van de inspecteur verleend. De heer RATTINK zegt, dat de adviezen van de inspecteur zaterdag middag niet bij de stukken lagen. Wethouder STUBENROUCH merkt op, dat de adviezen dateren van 5 maart en 11 maart. Het is dus mogelijk, dat deze adviezen er zaterdag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 233