12 MAART 1958 235 Men moet er voor waken, het badhuistarief als een individueel tarief te zien. Het gehele gezin moet er van kunnen profiteren. Een verhoging van het tarief brengt voor een gezin van 4 of 5 personen een niet on belangrijke vermeerdering van uitgaven mede. Het financieel nadeel voor de gebruikers is veel belangrijker dan de besparing, welke bij aanvaar ding van het voorstel wordt verkregen. Er is op het gebied van de water-beschaving ook in Breda nog wat te doen. Beter is het daarom de oude tarieven te handhaven. De heer RATTINK gaat met het eerste gedeelte van hetgeen de heer Van Boxtel heeft gezegd, akkoord. In de vorige vergadering heeft nie mand iets gezegd over een bedrag ad 16.000,dat de gemeente toelegt op de exploitatie van 't Ei. En daar was dan nog sprake van exploitatie door een particulier. Nu zou de raad bereid moeten zijn om een verhoging van de badhuistarieven, welke 9.000,zal opbrengen, te nemen. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat het niet eenvoudig is de aangehaalde argumenten te weerleggen. Bij de tarieven moet de gemeen te de weg volgen, dat, indien de kosten hoger worden, de tarieven daaraan moeten worden aangepast. Thans geldt nog het tarief van 1939. Vergelijkt men de koopkracht van de gulden van toen en nu, dan is de voorgestelde verhoging aan de lage kant. Vast staat, dat het exploitatie tekort stijgende is. Daarom moet de gemeente de tarieven recht trekken. Het is nu zo, dat het nadelig saldo van 33.000,bij een gelijk gebruik van het badhuis wordt verlaagd tot 22.000,Dit is percentsgewijze een groot verschil. Ook bij overheidsexploitatie is het een gezond prin cipe de kosten zoveel mogelijk door de baten te dekken. Men moet hierbij echter binnen redelijke grenzen blijven. Spreker meent, dat er alle reden is het voorstel te accepteren. In 1956 hebben burgemeester en wethouders weliswaar gezegd geen tariefsverhoging in overweging te hebben. Dit is echter weer 2 jaar geleden. De gemeente moet zich in dit opzicht zoveel mogelijk zien te bedruipen. De uitgaven dienen dus zo laag mogelijk en de inkomsten zo hoog mogelijk te worden gehouden. Bij de vergelijking met andere gemeenten staat Breda helemaal niet aan de top; integendeel. Dat een verhoging van de tarieven een ver mindering van het bezoek zal medebrengen gelooft spreker niet. Ook uit financieel oogpunt moeten burgemeester en wethouders het voorstel handhaven. De heer VAN BOXTEL zegt, dat de redenering van de wethouder erg logisch is. De zaak waarom het hier gaat, is echter, waaraan hecht men het meest, aan de financiële baten of aan de volksgezondheid. De koopkracht van de gulden is een argument, dat ook tegen het betoog van de wethouder kan worden aangewend. De bezoekers van het bad huis komen voornamelijk uit de buurt rond het badhuis. Zij hebben woningen waarin geen douchecel is. Met name in deze groep komt een verhoging van de tarieven heel gevoelig aan. Als men nu voor een gezin in plaats van 1,—, 1,75 moet gaan betalen, is dit wel degelijk goed merkbaar. Het door de heer Rattink aangehaalde voorbeeld kan nog wor den vermeerderd met de tandheelkundige verzorging, die de gemeente heel veel geld kost. Het is gevaarlijk om nu juist in de sector van de volksgezondheid met bezuinigingen of tariefsverhogingen te beginnen. De heer RATTINK kan het wel eens zijn met hetgeen de wethouder heeft gezegd. Volgens spreker is het bedrag, dat wordt gewonnen 7.700,niet veel ten opzichte van de 16.000,van de vorige ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 235