236
12 MAART 1958
gadering. Bij 't Ei is de huurprijs ook dezelfde gebleven. De volks
gezondheid is van hoge waarde. Als men ziet wie de gebruikers van
het badhuis zijn, dan dienen de tarieven gehandhaafd te worden.
Mejuffrouw t' SAS zegt, dat men bij de bezoekers van het badhuis
ook moet denken aan de vele inwonenden die van het badhuis gebruik
maken. Spreekster is het met de wethouder eens, dat de exploitatie zo
efficiënt mogelijk moet geschieden. De volksgezondheid is echter zo
belangrijk, dat het thans bestaande tekort behouden zal blijven.
De heer NIEUWLAAT voelt wel voor het betoog van burgemeester
en wethouders. Spreker doet een tussenvoorstel, waarbij het tarief voor
de kinderen niet wordt verhoogd en dat voor volwassenen wel. Dit is
voor gezinnen gemakkelijker.
De heer BLIEK merkt op, dat het nemen van een bad thuis ook
0,10 of 0,15 kost. De gemeente behoeft niet lager te gaan en mag
zelfs wel wat meer rekenen.
De heer KRAMERS kan het betoog van de wethouder wel aanvaarden.
De vergelijking van de heer Rattink met 't Ei gaat niet op. Bij 't Ei
is er exploitatie door een particulier, welke altijd goedkoper is. De ge
meente heeft daar de goedkoopste weg gekozen. Spreker kan wel met
het voorstel meegaan.
De heer VERMEULEN kan de redenering van de wethouder wel
volgen. Het moment van de tariefsverhoging is echter wel ongelukkig
gekozen. Er is thans een grote spanning tussen het inkomen en hetgeen
er voor te krijgen is. Op dit moment voelt spreker niet veel voor een
tariefsverhoging.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat hij niet veel nieuws meer kan
vertellen. Er is geen vergelijking mogelijk tussen de exploitatie van
't Ei en van het badhuis. Ten aanzien van de door de heer Nieuwlaat
naar voren gebrachte wens, vraagt spreker waarom de mensen hun
kinderen niet baden als het niet zo druk is in het badhuis.
De heer VERMEULEN antwoordt, dat dit komt, omdat de was
's maandags wordt gedaan.
Wethouder JONGBLOED merkt op, dat in de A.P.V. niet staat, dat
men alleen op maandag mag wassen.
Burgemeester en wethouders zijn bereid het voorstel aan te houden
om een wijziging van het tarief te zoeken, welke bevredigt. Men moet
hierbij echter wel uitgaan van het standpunt, dat de toestand niet kan
worden gelaten als hij thans is.
De VOORZITTER zegt, dat hij wel genegen is mede te gaan met
hetgeen wethouder Jongbloed heeft gezegd. Spreker wil echter wel een
uitspraak van de raad hierover. Burgemeester en wethouders streven
naar een redelijke verhoging. De heer Vermeulen noemt het moment
onjuist gekozen. In de huidige conjunctuur ligt een stad als Breda voor
de financiële verhouding uitermate ongunstig. De gemeente moet bij het
gemeentefonds aankloppen. Men verlangt dan, dat de gemeente alles
doet, wat bij een goed financieel beleid verwacht mag worden. Het
huidige tarief dateert van 1939. De gemeente kan niet anders dan een
kwade beurt maken als men merkt, dat de gemeente sedert 1939 de
tarieven niet heeft verhoogd. In 1939 was de volksgezondheid ook be
langrijk en toen waren de tarieven verhoudingsgewijze hoger. Het aantal