16 APRIL 1958 251 Afwezig de heren HULSKRAMER, KLOMPERS en VERHAAK. Voorzitter: de heer mr. dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer mr. J. J. G. M. WALENKAMP. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heer KLOMPERS. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. De VOORZITTER doet mededeling van een ingekomen schrijven van de heer G. Hulskramer, waarin deze zijn ontslag als raadslid aanbiedt. Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. 1. Notulen van 12 februari 1958. De heer RATTINK verzoekt op pagina 206 het door hem gezegde: „hij heeft een principieel bezwaar...." te wijzigen in: „hij heeft geen prin cipieel bezwaar Deze notulen worden, met inachtneming van deze wijziging, vastgesteld. Notulen van 12 maart 1958. Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. De stukken, genoemd onder a t/m h worden in handen gesteld van burgemeester en wethouders voor het uitbrengen van preadvies. 3. De heer VERMEULEN wil terugkomen op het onder b geagen deerde advies van de afdeling voor juridische aangelegenheden inzake de B.B.A. concessie. Sprekers interpellatie van destijds heeft tot het vra gen van dit advies aanleiding gegeven. In feite geeft het rapport een beschouwing over de bevoegdheidsafbakening op juridische merites. Maar dit is door spreker niet in discussie gesteld. Hoogstens ging het er om of aan de hand van de bekende bevoegdheden aan de concessie voorwaarden kunnen worden gesteld. Er zijn geen juridische bezwaren tegen het stellen van regels door de raad. Het is duidelijk wat de be voegdheden zijn van de raad en van het college van burgemeester en wethouders. Maar het belangrijkste is, wat wil de raad doen. Continu ering van de huidige situatie plaatst de raad buitenspel, omdat burge meester en wethouders terzake van zelfbestuur niet interpellabel zijn. De raad kan ook besluiten op grond van zijn autonome bevoegdheid, regels te stellen terzake van de concessieverlening. Hier ligt het twist punt tussen het college van burgemeester en wethouders en spreker. Over de juridische aspecten is klaarheid. Het is niet sprekers bedoeling naar aanleiding van het juridisch rapport met een voorstel te komen. Hij wil dit rapport wel voor kennisgeving aannemen. Maar hij zou wel het college van burgemeester en wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 251