15 JANUARI 1958 25 notulen Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. Vraag: De heer WEZENBEEK zegt, dat bijna alle bewoners van de Franklin Rooseveltlaan hinder ondervinden van de bomen in die laan. Deze zijn te groot geworden ten opzichte van de afstand van de gevels. Ze nemen teveel licht weg, veroorzaken vocht en beletten de plantengroei in de voortuinen. Nu de bomen zo uitgegroeid zijn, is de onderlinge afstand ook veel te klein. Daarom verzoekt hij ze te laten rooien. Mochten hiertegen ernstige bezwaren zijn, dan is er een gedeel telijke oplossing door om de andere boom te laten omhakken wat volgens informatie bij beplantingen, mogelijk is. Antwoord: De bomen in de Franklin Rooseveltlaan zijn nog niet kap-rijp, zodat indien deze bomen thans gerooid worden tegenover de on kosten van het kappen geen inkomsten staan. Bovendien zijn deze bomen van niet te onderschatten belang voor de bewoners van deze laan i.v.m. hun functie bij het afschermen van het verkeersgeluid. Tenslotte zal, naar het oordeel van de directeur beplantingen, het aspect van deze laan, ook bij gedeeltelijke rooiing der bomen worden geschaad. Op grond van deze overwegingen en gelet ook op de vrij ruime afstand tussen de huizen en de bomen, verdient het naar het ons voorkomt de voorkeur voorlopig niet tot rooiing van bomen in de Franklin Rooseveltlaan over te gaan. Vraag: Mej. t' SAS zegt, dat er aan de Ulvenhoutselaan nabij „De Drie Ulven' een zijsteeg is, waaraan enige behoorlijke woningen staan, die genummerd zijn als liggende aan de Ulvenhoutselaan. Dit straatje is 40 m. diep, onbestraat en onverlicht. Spreekster zal het op prijs stellen als burgemeester en wethouders hieraan eens aan dacht zouden besteden. Er zijn bij haar over de bestrating en ver lichting ernstige klachten ingekomen. Vooral verlichting behoort tot een eerste vereiste. Antwoord: De hierbedoelde weg is geen gemeente-eigendom en niet in beheer en onderhoud bij de gemeente. Mede gelet op eventuele consequen ties dient de verharding van de weg o.i. door en voor rekening van de eigenaren te geschieden. Ditzelfde geldt voor de straatverlichting; op een destijds van ge meentewege gedaan voorstel om een lichtpunt door de gemeente aan te laten brengen voor rekening van de eigenaren werd niet ingegaan. Vraag: De heer RATTINK vestigt er de aandacht op dat in de Kraan straat tegenover het belastingkantoor een terreintje braak ligt, dat met weinig geld en moeite een behoorlijke parkeerplaats zal kunnen worden. Het wordt thans reeds als zodanig gebruikt. Kunnen burgemeester en wethouders hieraan aandacht besteden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 25