266
16 APRIL 1958
soortgelijke wijze elders voor twee dagen in de week werkzaam zijn.
Zodoende zal hij voldoende op de hoogte zijn van de organisatorische
problemen in een grotere gemeente.
In het gevraagde honorarium worden alle werkzaamheden van het
bureau personeelsbeheer en organisatie vergoed: niet alleen het werk
gedurende een dag per week in Breda, maar ook het daarmee verband
houdende werk, dat daarnaast nog op het bureau in den Haag geschiedt.
Zulks omvat niet alleen de eventuele schriftelijke rapportering, doch
tevens het overleg van deze organisatiedeskundige met de directeur en
andere gespecialiseerde medewerkers van dit bureau. De gemeente trekt
zodoende profijt van alle kennis, welke dit bureau door studie en er
varing elders verkrijgt.
In het bedrag van 130,.per dag voor werkzaamheden in Breda
is derhalve aanzienlijk meer begrepen, dan alleen het salaris sociale
lasten en reis- en verblijfkosten voor één dag ten behoeve van de gespe
cialiseerde organisatiedeskundige.
De verschillende bureaus van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten zijn overigens gewend hun bijstand aan de gemeenten uitslui
tend op zuivere kostenbasis te verlenen.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat bij antwoorden op uit de
raad gestelde vragen met betrekking tot de efficiëncybewaldng wel ge
bleken is, dat het college van burgemeester en wethouders dit een uiter
mate moeilijk probleem acht en daar nu nog zo over denkt. Als burge
meester en wethouders dit voorstel doen, is dit in de gewaarwording
dat er bij de grotere gemeenten een ontwikkeling gaande is, die ook
hier is uit te proberen. Het gaat om bestudering van de dagelijkse
gang van zaken in het ambtelijk apparaat en het entameren van voor
steilen tot verbetering waar nodig. De deskundige zal deze voorstellen
bij ons college ter beslissing voorleggen.
Als gevraagd wordt: „merkt de raad hier iets van", dan wil spreker
daarop antwoorden: de raad merkt er iets van als de adviezen inderdaad
tot raadsbeslissingen leiden. Als het burgemeester en wethouders beslis
singen betreft, is dit vermoedelijk alleen het geval bij meer ingrijpende
wijzigingen van organisatie.
De opdracht van nu heeft wel een ander karakter dan het efficiëncy-
onderzoek dat bij een bepaalde dienst heeft plaats gehad. De rappor
tering aan de raad stuitte toen op bepaalde moeilijkheden, die via
rapportering door een commissie zijn opgelost.
De taakverdeling tussen burgemeester en wethouders en de raad in
dit opzicht ware in het algemene vlak te houden. Als dit van toepassing
is, zullen de adviezen van de organisatiedeskundige in de voorstellen
van burgemeester en wethouders worden verwerkt. Interne verschui
vingen in de taakverdeling behoeven niet aan de raad te worden voor
gelegd; dit is nooit gebeurd. Belangrijke zaken komen dus bij de raad;
kleinere, met een persoonlijk karakter, niet.
De heer BASTIAANSEN zegt, dat men over de methodiek van
mening kan verschillen. Een dag per week moet vertragend werken door
het gebrek aan continuïteit. Mogelijk is deze deskundige erg knap, maar
spreker zou liever een opdracht voor een afgeronde taak verstrekken.
De heer VERMEULEN ziet de opdracht als een inventarisatie van
taken. Zwakke punten in de efficiency van het apparaat kunnen worden
opgespoord en verbeterd. De stap is goed te proberen.
Met betrekking tot de rapportering aan de raad wil spreker alle cle
mentie gebruiken; een efficiëncyrapport bevat inderdaad dikwijls op
merkingen van persoonlijke aard welke niet in het licht der publiciteit