268
16 APRIL 1958
a. aan het personeel, dat tijdens de koopavond werkzaam is in een
bedrijf, dat gebonden is aan een CAO, waarin een compensatierege
ling voor werkzaamheden tijdens een koopavond is opgenomen, ten
minste een compensatie ingevolge de betreffende CAO zal worden
toegekend;
b. te bevorderen, dat via een regeling van het college van rijksbemidde
laars aan het personeel, dat werkzaam is in bedrijven, die niet ge
bonden zijn aan een CAO, waarin een compensatieregeling voor
werkzaamheden tijdens een koopavond is opgenomen, of in het geheel
niet aan een CAO zijn gebonden, een redelijke compensatie wordt
verstrekt.
Breda, 15 april 1958
get. C. J. J. Vermeulen
get. M. K. H. C. van der Grinten
get. J. A. de Ries
De heer KRAMERS heeft uit het voorstel gelezen, dat het de bedoe
ling is voor de duur van de wereldtentoonstelling een koopavond op
vrijdag tot 9 uur in te stellen. Het heeft hem minder aangenaam ge
troffen, dat op pagina 2 van het voorstel de volgende passage voorkomt:
„Bovendien kunnen wij U de garantie geven, dat wij U, indien de
„koopavond weinig of geen resultaat zou opleveren, zullen voorstellen
„een door U eventueel vastgestelde regeling vóór het verstrijken van de
„termijn, waarvoor ze geldt, in te trekken. Een gelijksoortige garantie
„willen wij U geven, indien ons college uit gemotiveerde klachten van
„de zijde der werknemersorganisaties zou blijken, dat met de belangen
„van het personeel niet of niet voldoende rekening wordt gehouden".
Ten eerste is er de vraag: wie constateert of de koopavond aan de
verwachtingen beantwoordt, ten tweede: zijn de mensen van het bedrijfs
leven nu zulke boosdoeners, dat de garantie van burgemeester en wet
houders nodig is ten aanzien van de belangen van het personeel? Er is
toch een overeenkomst gesloten en daarom is het niet nodig dit punt
nader in het preadvies te betrekken. Het bedrijfsleven moet dit vertrou
wen verdienen.
Voor het onder b. bedoelde verzoek achten burgemeester en wethou
ders inwilliging niet mogelijk, gezien de uiterst krachtige bezwaren
van de werknemersorganisaties daartegen en mede gezien de negatieve
uitkomst ener enquête van de Kamer van Koophandel.
Het komt spreker niet juist voor dat de bezwaren van de werknemers
primair gesteld zijn. Dergelijke bezwaren zullen er altijd wel zijn. Maar
de bezwaren van het bedrijfsleven behoren op de eerste plaats te komen.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt zich af of de onderhandelingen
over deze koopavonden niet veel weg hebben van loononderhandelingen
in de eerste tijd van de vakbeweging. Men vroeg 1 et. per uur verho
ging om ct. te krijgen. Er is voorgesteld om elke avond eerst om
10 uur te sluiten, om de koopavond op vrijdag tot 9 uur te bereiken.
Dit is politiek van 50 jaar geleden.
Voor de koopavond op vrijdag zijn verschillende argumenten aange
voerd. Ten aanzien van de vreemdelingen spreekt het argument van
rustig winkelen niet zo aan; deze hebben hoogstens behoefte aan de
mogelijkheid om een souvenir te kunnen kopen. Deze mensen komen
hoofdzakelijk naar Breda voor nachtverblijf en vertier. Daar spreker
niet in staat was alle stukken in te zien heeft hij het advies van de