270 16 APRIL 1958 Of hier sprake kan zijn van bevordering van het vreemdelingenver keer is voor spreker nog volkomen een vraag. Zal dit nu wel zo zijn? Waarom zou dit voor Breda gelden en niet voor andere steden? Bij veel groter evenementen hebben die steden ook geen koopavond ingesteld. Bij het nemen van een besluit moet men wel degelijk rekening houden met de belangen van de werknemers. In feite wordt hier het principe van de 48-urige werkweek aangetast. De compensatie volgens de over eenkomst komt neer, bij toepassing van de CAO-bepalingen, op betaling van 3 „gewone" uren; van een bijzondere compensatie is geen sprake. Zij die niet onder een CAO vallen, varen volkomen in de mist. Voor hen gaat het om een doodgewone werktijdverlenging zonder compensatie. Is de zaak nu van zo'n eminent belang om deze mensen dit extra incon venient aan te doen? De binnenstad kan op andere wijze aantrekkelijk worden gemaakt. Misschien is er iets aantrekkelijks voor de werkgever. Spreker weet uit eigen ervaring van vroeger hoe het klantenbezoelc na 6 uur verloopt. Voor een enkele klant, die na die tijd komt moet men tot sluitingstijd staan wachten. Gezien vanuit het algemeen belang acht spreker de sociale belangen van de werknemer in deze van meer belang, dan de speculatieve argumenten, welke vóór de koopavond zijn aangevoerd. Er is in geen enkele stad een voorbeeld van gelijke wijze te vinden. In kleinere plaatsen zegt men; waren we er maar niet aan begonnen. Alles bij elkaar kan spreker niet aan de instelling van een koopavond mede werken, omdat aan de arbeidsvoorwaarden op vrij ernstige wijze schade dreigt te worden toegebracht. De heer VAN BOXTEL heeft aan hetgeen de heren Van den Eeden en Vermeulen hebben gezegd niet veel toe te voegen. Alles wat voor en tegen is, is moeilijk bewijsbaar. Het gaat alleen maar om gevoelens en daarom is hij het liever met de twee genoemde sprekers eens. In de overeenkomst tussen werkgevers en werknemers wordt gesteld, dat men voor degenen, die niet bij een CAO zijn aangesloten de totstand koming van een compensatie zal worden bevorderd. De ingewijden welen wel dat dit op niets zal uitlopen. In feite wordt niemand ge bonden, behalve de georganiseerden. Hieraan toevoegende de argumen ten van de heren Van den Eeden en Vermeulen, meent spreker dat invoering van een koopavond in Breda betekent het terugzetten van de klok. In het verleden zijn dergelijke pogingen mislukt, nu probeert men 150°/o om er 25°/o uit te halen. Het verzoek om op zondag niet te sluiten is rondweg beschamend. Spreker zal tegen het voorstel stemmen. De heer LOOMANS zal het toejuichen als een proef met de koop avond wordt genomen. In verband met de bezwaren van de heer Van den Eeden wijst spreker op de winkeliers, die geen personeel hebben of slechts enkele krachten, die men om 6 uur naar huis stuurt. In Eindhoven is men zeer tevreden over de koopavond. De heer BLIEK zegt het volgende: Dit jaar wordt in Brussel de „Expo" gehouden. We hopen, dat veel mensen Breda zullen bezoeken. Vanzelfsprekend brengt dat een hoop bedrijvigheid in de stad. Deze bedrijvigheid wordt vergroot als de winkels op vrijdagavond later sluiten. De winkelstad ziet daar iets in en heeft daarom bepaalde initiatieven ontwikkeld. Het resultaat moet men natuurlijk afwachten en daarom ben ik blij met de op blz. 2 van het preadvies gestelde restricties. Als de initiatieven inderdaad resultaten afwerpen, vertrouw ik er ten volle op, dat de werknemers niet onjuist zullen worden behandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 270