274 16 APRIL 1958 het om normale aanschaffingen gaat is hier slechts sprake van verschui vingen. De heer Kramers heeft spreker vanzelfsprekend niet kunnen over tuigen. Hij zou hem echter willen wijzen op het feit, dat deze zaak tegen de achtergrond van het algemeen belang moet worden gezien. Dat men alleen naar de eigen plaats moet kijken is wel een eng standpunt voor een zakenman. Deze moet eventueel buiten de eigen stad en buiten de eigen grenzen kijken. Dit is geen goede argumentatie. In verband met een opmerking van mejuffrouw Koppelaar stelt spre ker, dat het wettelijk niet mogelijk is verschil te maken tussen bedrijven, die wèl en die geen personeel hebben. Een ongelijke situatie voor gelijke bedrijven is onaanvaardbaar. De heer Van Gisbergen twijfelt niet aan de goede wil van de patroons. Ook voor de zakenman geldt echter, dat men met veel goede wil weinig in de zak steekt. De heer Van Gisbergen heeft sprekers opvatting over de achteruitgang in de sociale voorziening niet goed begrepen. Men heeft een 48-urige werkweek; het personeel moet nu 51 uur gaan werken en heeft daardoor 3 uur minder vrije tijd. Het argument dat niemand van werken is doodgegaan snijdt geen hout; men behoeft toch ook niet te wachten tot de patiënt dood is? Spreker heeft dan ook in tweede instantie geen argumenten ontdekt, die zijn standpunt kunnen wijzigen. De heer VAN BOXTEL acht het een kardinaal punt of de samen werkende organisaties het eens zijn met een koopavond. Spreker kan zich indenken, dat de wethouder de zaak zo interpreteert. Maar als het standpunt van de werknemers gewijzigd zou zijn, hadden ze dit wel gezegd. Hun laatste mededeling was: neen. Spreker kan niet be grijpen, dat de werknemers nu met het voorstel voor een koopavond meegaan. De voorgelezen verklaring houdt in: als er een koopavond komt dan gelden bepaalde voorwaarden voor het personeel. Spreker is er zeker van, dat geen enkele stad boven 100.000 inwoners een officiële koopavond heeft. De Expo is regelmatig ten tonele gevoerd als argument voor de koop avond. Men wil een levendiger stadsaanzien in die tijd. Dit is een on voldoende argument. Als men dit uit een oogpunt van vreemdelingen verkeer ziet, moet men het in een andere richting zoeken. Er zijn daar voor aangenamer manieren te bedenken. De nu voorgestelde is spreker niet aangenaam. Hij is dan ook tegen het voorstel. De heer BLIEK merkt op, dat er vanavond veel gesproken is over koopavonden in het algemeen en de koopavond in het onderhavige geval. Het gaat hier om de tijdsduur van de Expo. Er is wat extra's te ver dienen en die mogelijkheid moet men benutten in de huidige tijds omstandigheden. De heer BASTIAANSEN zegt, dat het advies van de Kamer van Koophandel ten tweede male onjuist is geïnterpreteerd. Men heeft niet alleen aandacht geschonken aan het aantal bedrijven, maar ook aan de aard en de plaats der bedrijven. Ook het aantal werknemers speelt een rol. Dan de discussie in het algemeen. Bij de behandeling van de win kelsluitingswet in de Staten Generaal is gediscussieerd over de belangen van de werknemers. Alle faciliteiten gelden alleen als het bedrijfsleven daar prijs op stelt. Vorig jaar is er over een gelijksoortige kwestie al overleg geweest; toen is het niet tot een voorstel in de raad gekomen omdat het bedrijfsleven er geen behoefte aan had. Ook al moge het initiatief uitgegaan zijn van de V.V.V., belangrijk is, dat het bedrijfs leven er prijs op stelt. Het lijkt er op, dat de afkeer alleen ontstaat, omdat de werknemers zich niet akkoord hebben verklaard.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 274