282 21 APRIL 1958 De reden tot dit verzoek is, dat hen is gebleken, dat de categorische mededeling door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 16 april j.l. herhaaldelijk gedaan, n.l. dat er overeen stemming bestaat tussen de organisaties van werkgevers en werknemers met betrekking tot het instellen van een koopavond niet in overeenstem ming is met de werkelijkheid. Zij zijn tot deze conclusie gekomen, nadat door hen besprekingen zijn gevoerd met vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, waaronder de heer J. A. de Ries, van welke laatstgenoemde wij een ondertekende verklaring dit punt betreffende te Uwer kennisname bijsluiten. Gelet op de uitslag van de stemming, alsmede op de motivering van hun stem door een aantal dergenen welke hebben voorgestemd, menen ondergetekenden te mogen aannemen dat de uitslag der stemming op een beslissende wijze werd beïnvloed door een mededeling van de zijde van Uw college, welke strijdig blijkt te zijn met de werkelijke situatie. Met het oog op de mogelijkheid tot een juiste besluitvorming, achten zij het daarom gewenst bovenstaand verzoek tot U te richten. In de door hen aangevraagde vergadering zou het reeds genomen besluit kunnen worden ingetrokken c.q. opnieuw kunnen worden vastgesteld. In afwachting van deze vergadering zouden zij het op prijs stellen, indien U zoudt willen bevorderen dat het college van burgemeester en wethouders ondertussen de uitvoering van het genomen raadsbesluit tot dan zou willen opschorten. Hoogachtend, Vermeulen Nieuwlaat Kroon mevr. Slot Brinkerhof Van Boxtel mej. t' Sas Van de Noort Mendes Kools VERKLARING Ondergetekende, J. A. de Ries, bestuurder van de H.K.W. bond St. Franciscus van Assisië, verklaart dat tijdens de door hem gevoerde onderhandelingen in verband met het instellen van een koopavond te Breda, waarbij hij handelde namens de drie samenwerkende organisaties van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden, zijnerzijds nimmer is medegedeeld nóch mondeling, nóch schriftelijk aan wie dan ook dat tussen de door hem vertegenwoordigde organisaties en de organi saties van werkgevers overeenstemming zou zijn bereikt met betrekking tot het al of niet instellen van een koopavond. Andersluidende mededelingen door wie dan ook gedaan moeten z.i. op een misverstand berusten. De door hem vertegenwoordigde organisaties staan voor wat de instel ling van een koopavond betreft nog steeds op het standpunt, zoals dit is weergegeven in de motie aangenomen in de op maandag 31 maart j.l. gehouden openbare vergadering van de door hem vertegenwoordigde samenwerkende organisaties.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 282