11 JUNI 1958 327 waarvoor reeds eerder kredieten zijn verleend, evenwel pas zodra de verwezenlijking van beide voorzieningen kans van slagen biedt. Onder de huidige omstandigheden lijkt die kans praktisch niet aanwezig; voor de inrichting der douchecellen is door het rijk geen goedkeuring verleend. Vanwege de verhoging van het woongerief zal door de minister aan de goedkeuring voor het aanbrengen der vloeren zeker de eis van huurverhoging worden verbonden, een verhoging die globaal berekend 0,45 per week zal belopen. Vraag. De heer VAN DEN EEDEN verzoekt het college te willen nagaan of de verlichting in de Pijnboomstraat aan de gestelde eisen voldoet. Antivoord. Naar onze mening voldoet de verlichting in de Pijnboomstraat aan redelijke normen. De hier gebezigde verlichting is gasverlichting, waarvan wel in het algemeen gezegd kan worden, dat het nuttig is deze door elektrische verlichting te vervangen. Naar een geleidelijke vervanging van de gehele gasstraatverlichting wordt dan ook ge streefd. In de achter de Pijnboomstraat gelegen Palmstraat bevinden zich momenteel enkele palen zonder lantaarns, hetgeen is ontstaan door regelmatige vernieling van het glaswerk der lantaarns. Dit glas werk is zeer slecht leverbaar, zodat vervanging uiterst moeilijk is. Vraag. De heer VERSCHUREN vraagt om de Sprundelsebaan en Lies straat van straatverlichting te voorzien. Een gedeelte van de Sprun delsebaan is reeds verlicht. In verband met het toenemende verkeer is deze straatverlichting van groot belang. Spreker meent dat deze plannen reeds zijn goedgekeurd. Antwoord. Er is een goedgekeurd plan voor de Liesstraat en Sprundelsebaan; sedert de goedkeuring dezer plannen is echter het profiel van de Liesstraat veranderd, hetgeen tot vertraging van de uitvoering van de verlichting dezer straten heeft geleid. De uitvoering van het verlichtingsplan dezer straten kan echter in afzienbare tijd tegemoet worden gezien. Vraag. De heer VAN BOXTEL heeft in de pers gelezen, dat de gemeente Oosterhout woningwetwoningen verkoopt, waarbij van gemeente wege een hypotheek wordt verleend van 90 van de koopprijs te gen een rente van 4% Spreker vraagt of burgemeester en wet houders bereid zijn deze methode ook in Breda toe te passen en na te gaan of er bewoners van woningwetwoningen zijn die belangstelling hebben voor de aankoop. Antwoord. Bij de begrotingsbehandeling 1958 is door ons de toezegging ge daan dat over de gang van zaken terzake van de verkoop van wo ningwetwoningen in andere gemeenten nog inlichtingen zouden worden gevraagd en dat daarna op de kwestie zou worden terug gekomen. De beantwoording van de vraag van de heer Van Boxtel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 327