338 11 JUNI 1958 een nieuw gezelschap een beetje moeilijk van de grond komt. Men heeft last van kritiek, die altijd subjectief is, waardoor men tot een bepaalde stelling, die pro of contra is, komt. Met de opmerking, dat het Zuidelijk Toneel zeer weinig in Breda en de zuidelijke provincies optreedt, kan spreker zich verenigen. Hij is van mening, dat men eerst het eigen gewest moet voorzien en dat men dan pas moet uitzwermen over het gehele land. Spreker wil besluiten met de opmerking, dat men moeilijk de ingeslagen weg kan afkappen. Het is eveneens moeilijk om na en kele jaren reeds een oordeel te geven. Hij stelt de raad daarom voor het voorstel van burgemeester en wethouders te ondersteunen. De heer KAMPHUIJS is dankbaar voor de uiteenzetting van wet houder Stubenrouch. Hij heeft de voorstellingen bezocht en wil niet discussiëren of deze voorstellingen nu goed of slecht waren. Hij heeft echter hoop, dat de zaak in de toekomst in orde zal komen. De stem van de heer Brinkerhof noemt spreker als een roepende in de woestijn. Hij voelt ook veel voor volksvoorstellingen, waarvan de minst draagkrachtigen zouden kunnen profiteren. De subsidiëring zou via de culturele werkgemeenschap kunnen worden geleid. Deze gemeenschap heeft toch ook de heer Westerling in de gelegenheid gesteld zijn stem in Breda te laten horen. Spreker stelt voor aan te vangen met gereduceerde prijzen voor de bejaarden. De VOORZITTER deelt mede, dat door burgemeester en wethou ders dit voorstel in overweging zal worden genomen. De heer TOXOPEUS zegt, dat dit soort zaken ongrijpbare dingen zijn. Het komt hem voor, dat in het betoog van de wethouder tegen strijdige mededelingen zijn. Spreker wenst er thans niet verder op in te gaan, maar hij heeft het volste vertrouwen in het beleid van de wethouder. Hij vraagt bij de volgende begrotingsbehandeling een goede voorlichting van burgemeester en wethouders, die een basis kan zijn voor een gedegen discussie. De heer KROON is wethouder Stubenrouch dankbaar voor zijn uiteenzetting. Over de dwangpositie, waarover hij in eerste instantie heeft gesproken, heeft hij niet gedacht aan de dwangpositie van de raad, doch van hem persoonlijk. Door de zinsnede in het voorstel, dat de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft toegezegd het rijkssubsidie voor het volgend seizoen te verho gen mits ook de overige subsidiërende instellingen de subsidies zul len verhogen, ontstaat deze dwangpositie. Verhogen laatstgenoemde instanties het subsidie niet, dan komt het gehele gezelschap Ensemble in de lucht te hangen. Wethouder STUBENROUCH zal het voorstel van de heer Kamp- huijs om volksvoorstellingen voor bejaarden te geven gaarne bekij ken. Hij is verheugd over het standpunt van de heer Toxopeus en heeft de dwangpositie van de heer Kroon begrepen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten waarbij wordt aangetekend dat de heer Brinkerhof geacht wordt te hebben tegengestemd. 19. Grenswijziging Nieuw Ginneken en Breda. 20a t/m d. Diverse aankopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 338